Trefwoorden: bezochte, bezoeker, boterham, drinken, koffie, koffiehuis, lezen, meegebrachte, opschrift, particuliere, vensterluik, weekmarkt, woning
Trefwoorden: groente, groenteboer, groenteman, groenteschaaf, markt, parasol, publiek, schaaf, stand, weekmarkt
Trefwoorden: bekend, bewoners, bouwkampen, braden, dempen, dikwijls, eenden, eten, gewoonlijk, haasje, heren, heten, kastelein, katten, kikvorsen, klagen, knollen, koeleschieters, kwakers, leemkuilen, maandag, muggen, naamgeving, nasnuffelen, neerzetten, noemen, oorsprong, provisiekamer, slachten, smullen, snoeplust, spotnaam, telen, vertoeven, vette, vinden, vroeger, waterland, weekmarkt
Trefwoorden: boot, boten, eb, engeland, goud, handel, haring, haringvangst, haven, hoefijzer, huis, huizen, laken, markt, ondergang, overblijfselen, overvloed, paard, rijkdom, schepen, schip, schoengesp, spanten, spijkers, stad, steenkolen, steenkool, straf, ui, verdrinken, verdronken, vergaan, verzinken, verzonken, weekmarkt, weelde, welvaart, wijn, wol, zilver, zinken, zout