Een man wenkt op dwaallichtjes, wordt aangevallen, rent naar binnen en hoort een knal tegen de deur. De volgende dag ziet hij een groot kruis op de deur gebrand.
Bert sprokkelt op zondag hout in het bos, ontmoet een lange, in het zwart gestoken man, ziet paardevoeten en maakt een kruis, waarop de duivel in stank verdwijnt. Sindsdien gaat hij alle dagen naar de kerk en zondags naar de hoofdmis.
Moeder ging 's avonds naar de put en zei: "Nou moet je eens even hierkomen, wat daarginds voor lichtjes de lucht ingaan." Ik vroeg: "Wat heeft dat dan te betekenen?" Ze had van haar ouders gehoord, dat het dwaaslichtjes waren, onnozele kinderen, die…