Op de Groninger klei stond een groot boerenbedrijf. In de schuur, waar de arbeiders sliepen, was een hele rij vakken voor hooi en graan. Er was een vak bij waar men 's nachts niet in kon slapen. Als iemand er zich neerlegde, werd hij eruit gesmeten.…
De boerenarbeiders sliepen vroeger in een schuur. Ze hoorden daar vaak vreemde geluiden. Er was eens iemand vermoord en die kon waarschijnlijk geen rust vinden. Op het laatst wilde niemand meer bij de boer slapen.
In een schuur springen 's nachts rond middernacht de schuurdeuren altijd open zonder dat er iets te zien is. Men vermoedt dat de geest ronddoolt van iemand die ooit een doodsmak maakte door een val door het zolderluik.
Een knecht die in een spookschuur overnacht ziet 's nachts een lichtje over de muren gaan. Er wordt gezegd dat iemand zich vroeger verhangen heeft in de schuur.
Een familie die zich met spiritisme bezighoudt maakt veel vreemde dingen mee. Een van de familieleden krijgt eens uit het niets een hand toegestoken. Ook de schuurdeuren waaien vanzelf open.
In Uithuizermeden was een spookschuur. In de ene helft van de schuur kon men niet slapen. Daar spookte altijd een man met een kalken pijp. Hij zorgde ervoor dat hij vrij pad had en niet gestoord werd.
In een bepaalde spookschuur wordt alles aan de kant, of direct de schuur uit, gesmeten. Een stelletje waaghalzen besluit toch in de schuur te overnachten en hen overkomt niets.
In een bepaalde schuur is vroeger een kind vermoord. Dieren en mensen kunnen tot vandaag de dag niet zonder gevaar voor eigen leven overnachten in de schuur. Het is een spookschuur.