De verteller had 174 wratten en deed van alles om er af te komen. Uiteindelijk ging hij langs een oude man die hem adviseerde om hem te denken, na 3 dagen waren de wratten geheel verdwenen.
Een koster die erg grof in de mond is heeft bijzondere gaven: hij geneest een ziek been door het lichaamsdeel kort aan te raken en een paar woorden te prevelen.
Bezetter prevelt met de pet af bij een zieke, bestrijkt de zere plekken; verbeelding dat bezetten helpt. Slang kan voor zonsondergang niet weg komen als bezetter een kring om de slang maakt.