Een vrouw zag 's avonds wel eens lijkstoeten. Dan ging ze aan de kant van de weg staan. Want als ze in het midden bleef staan, werd ze van de weg afgegooid.
Van jongsaf aan wordt gewaarschuwd dat je nooit 's avonds of 's nachts midden op de weg moet lopen, want er kan een lijkstoet aan komen. Zo is op de Summareweg iemand aan de kant gegooid.
Een jongeman gaat naakt baden, want hij heeft geen zwempak bij zich. De kleren laat hij achter op de oever. Bij terugkomst zit er een meisje bij zijn kleding. Hij is echter verlegen en durft het water niet uit. Dan ziet hij een oude emmer in het…
Je moet 's nachts altijd aan de kant van de weg lopen en nooit in het midden, omdat er dan lijjkkoetsen voorbijrijden en anders van de weg wordt gegooid.
Jan de Haan heeft wat gedronken bij Durk van Dellen en Durk begeleidt hem een stukje op de terugweg. Jan vervolgt alleen zijn weg en wordt opeens aan de kant van de weg gezet. Een trein komt hem voorbij. Er is echter nooit een trein of tram…
Een dronken man ziet zijn buurman een stuk verrotte wal repareren en vraagt spottend waarom hij dat doet. De buurman antwoordt dat hij het voor hem doet, zodat hij met zijn zatte kop minder snel in het water zal lopen.
Sterke Hearke woont in Droegeham en als hij een keer aan het ploegen is vraagt iemand waar die en die woont. Hearke tilt de ploeg met een hand op en wijst de ene kant uit en voor de andere persoon wijst hij de andere kant uit met de ploeg.
Een man was met de helm geboren. Hij zag 's nachts altijd lijkstoeten. Toen hij eens met iemand onderweg was, zei hij dat ze aan de kant moesten, omdat er een lijkstoet aan kwam. De ander zag niets, maar kwam wel met kletsnatte voeten thuis omdat ze…
Twee jongemannen waren eens onderweg. De ene waarschuwde de ander even opzij te gaan, omdat er een lijkstoet aan kwam. De ander zag niets. Niet veel later is er iemand gestorven, en kwam de lijkstoet echt voorbij.
Twee mannen kwamen eens uit de kroeg en liepen midden op de weg. De een waarschuwde de ander opzij te gaan omdat er een lijkstoet aankwam. Maar de ander zag niets en bleef lopen waar hij liep. Toen kwam hij terecht in de sloot. Hij was tegen de…
Twee mannen liepen eens over een zandweg. De een waarschuwde de ander dat hij opzij moest gaan omdat er een lijkstoet aankwam. Maar de ander zag niets en bleef lopen waar hij liep. Toen is hij een eind weggesmeten.
Een schipper kwam onder een brug door, toen er van de kant iemand zei: "Dag vader!" De man zei: "Ook al noem je mij vader, dat betekent nog niet dat je mijn zoon bent." (Het was zijn dochter.)
Mensen die met de helm geboren waren, moesten er 's nachts vaak uit om lijkstoeten te zien. Sommigen keken voor het raam, anderen moesten buiten een heel eind lopen. Anderen werden 's nachts wel eens van de weg afgestoten als er een lijkstoet…