Als je een lijkstoet aan ziet komen, moet je aan de kant gaan. Anders wordt je opzij gesmeten. Ook de mensen die de lijkstoeten niet zien, worden aan de kant gezet.
Mensen hoorden eens een stem uit het water zeggen: "De tijd is verschenen, de man is er niet." Even later kwam er iemand aangefietst en die is er verdronken.
Een paar mannen waren eens met paard en wagen onderweg. Opeens werd het paard bang en sprong het aan de kant. De mannen zagen niets. Er kwam iemand langs die zei dat dat wel vaker gebeurde. Die man zag net als het paard dan een lijkstoet voorbij…
Bij een man werd vaak op de ramen geklopt. Hij moest er dan op uit om lijkstoeten te zien. Op een keer zei hij tegen de ander op een wagen dat hij het paard aan de kant moest leiden omdat er een lijkstoet aan kwam. Maar de ander zag niets en…
Kinderen werden vroeger gewaarschuwd nooit midden op de weg te lopen. Er zou wel eens een [onzichtbare] lijkstoet aan kunnen komen, en hen aan de kant duwen.
Een man die met de helm geboren was, zag vaak vantevoren lijkstoeten. Op een keer trok hij zijn vrouw aan de kant omdat hij een kist op een slee voortgetrokken zag worden. Zijn vrouw zag niets. Een tijdje later is er iemand gestorven, wiens kist over…
Een jongen trok zijn broer eens van de weg zodat hij bijna in de sloot terecht kwam. Boos vroeg hij waar dat nu weer voor nodig was, maar de ander zei dat hij bijna op een lijkstoet was gelopen.
Een meisje fietste een stukje heel hard omdat ze een lijkstoet aan zag komen, en ze eerder de hoek om wilde zijn. In de week erna kwam er inderdaad een lijkstoet.
Een vrouw zag op een avond een lijkstoet voorbij komen. Haar dochter zag niets. Een paar dagen later stierf er iemand in het dorp en kwam de lijkstoet echt voorbij.