Een vrouwtje vindt een houten duitje, koopt op de markt een varkentje, dat niet naar huis wil. Ze gaat naar de hond om het varken te bijten, naar de stok om de hond te slaan, naar het vuur om de stok te verbranden, naar het water om het vuur te…
Een vrouwtje vindt een houten duit bij het vegen van de vloer, koopt een varken, maar toetje wil niet naar huis tenzij gedragen. Ze gaat naar hond, stok, vuur, water, os, slager, galg voor hulp en tenslotte komt zo het varken thuis.
Een oud vrouwtje koopt voor een gevonden houten duit een barg (big), maar die wil niet naar huis lopen. Ze vraagt de hond het te bijten, de stok de koe te slaan, het vuur de stok te branden, het water het vuur te doven, de leeuw het water te zuipen…
Een oud vrouwtje vindt een houten duitje en koopt een bargje (varkentje), dat niet naar huis wil. Ze gaat naar de hond, de stok, het vuur, het water, de os, de slachter.