Een zwangere vrouw die de deur openmaakte, schrok toen er plots een kat op haar borst sprong. Toen de vrouw bevallen was, wilde ze 's avonds het eten van haar kind opwarmen met een kaarsvlammetje. Op dat ogenblik stak er echter een hevige wind op,…
Een man reed met de paardenkar naar Gistel. Omdat er een hevige storm woedde, ging het licht in de lantaarn van de kar altijd uit. Op zijn terugweg zag de man een vrouw in de deuropening van haar huis staan. De vrouw sprak tot hem: "Let maar op, of…
Tussen Houwaart en Nieuwrode woonde een vrouw over wie men vertelde dat ze een heks was. Twee meisjes wandelden altijd samen naar school. Op een dag vertelde het ene meisje dat er in haar huis vreemde dingen gebeurden. Om middernacht vloog er een…
Een man die 's avonds van Rekem naar Opgrimbie wandelde, zag plots een ruisende vuurbol voorbijvliegen, die wat verderop op de grond viel. De hond van de man liep onmiddellijk weg. Omdat de man nieuwsgierig was, ging hij kijken op de plaats waar de…
Een zeventienjarig meisje was ziek geworden nadat ze bosbessen was gaan plukken. Op de heenweg was er een onweer geweest, waardoor de voeten van het meisje doorweekt waren. Daardoor had ze kou gevat. Toen het zieke meisje in haar bed lag, zag men in…
Een man die naar huis wandelde, zag een brandende appelboom. Wanneer de man voortging, leek het alsof de appelboom zich ook voortbewoog. De man kwam thuis en sprak tot zijn schoonbroer: "Sta op, want de vuurman zit in de weide!" De schoonbroer begon…
Bij een gezin in Avelgem kwam vaak een vreemde man op bezoek. Zodra die man weg was, werden de mensen in dat huis altijd ziek. De paters van Gent gaven de mensen de raad om te bidden zodat het kwaad uit het huis zou verdwijnen. Dat hielp echter…
Een vrouw die melk ging halen, zag op een houten afsluiting twaalf kaarsen op zo'n dertig centimeter afstand van elkaar staan. Toen de vrouw bang bleef staan, doofden de kaarsen. Zodra de vrouw voorbij de afsluiting was, begonnen de kaarsen weer te…
Op een boerderij in Heule waren zeven koeien ziek geworden, waardoor de dieren geen melk meer gaven. De boer ging te rade bij de paters Passionisten in Kortrijk. De volgende dag kwamen de paters naar de boerderij en zeiden: "Je moet alle luchtgaten…
In een bos in Eernegem was een put waar 's avonds altijd een lichtje brandde. Als je dat lichtje kon doven, dan zou je een fortuin aan geldstukken vinden, zo vertelden de mensen. Maar je mocht niet ademen, want anders viel je dood.
De boerderij van Turke L. stond in brand doordat kinderen er met lucifers hadden gespeeld. Plots kwam er een vreemde man voorbij, die zei dat de brand wel zou uitdoven. Even later was er geen enkele vlam meer te zien.
Een man uit Mannekensvere die 's avonds naar huis kwam langs de koude Schure, zag op een houten schot een brandende kaars staan. Toen de bange man dichterbij kwam, doofde hij de vlam met een slag.
Als men een steenput moest openmaken, dan mocht men nooit onmiddellijk in de put afdalen. Eerst moest men een kaars branden om te kijken of er zuurstof in de put was. Als de kaars doofde, dan vertelden de mensen dat de wolf in de put zat.
Omdat op de kermis in Houtem brand was uitgebroken, ging de burgemeester de pastoor halen. De pastoor begon te bidden, waardoor de wind draaide en het vuur uitdoofde.
Op de Achterhoek stond een schuur in brand. Omdat het dak van het huis ook vuur dreigde te vatten, liet men de onderpastoor van Kortemark komen. Die geestelijke deed de wind draaien, zodat de vlammen doofden.
Een boer was aan het ploegen op een veld dicht bij het huis van Alda H., een vrouw over wie men vertelde dat ze een heks was. Plots zag de boer dat Alda's huis in brand stond. Toen de boer dichterbij kwam, zag hij dat Alda nog binnen op een stoel…
Een grote boon heeft een zwart vlekje omdat het achterste geschroeid is. Dat is gekomen toen de boon met een kooltje vuur en een strootje op reis was en zij bij een sloot terecht kwamen. Het strootje was brug, in het midden stak het kooltje vuur het…
De verteller ziet het huis van Alda Henkes in brand staan, rent erheen en redt haar uit de vlammen, maar hij vreest voor zijn eigen bezit. Echter uit dank dooft Alda het vuur.
Een oud vrouwtje vindt een houten duitje en koopt een bargje (varkentje), dat niet naar huis wil. Ze gaat naar de hond, de stok, het vuur, het water, de os, de slachter.
Een boontje, een strootje en een kooltje willen een water oversteken. Het strootje gaat over het water heen liggen zodat de andere twee over hem heen kunnen lopen. Als het kooltje over het strootje loopt, vliegt het strootje in brand., het kooltje…