Op een boerderij werkte een meid die beweerde dat ze nergens bang voor was. Om zijn meid een poets te bakken, trok de boer een koeienvel over zijn hoofd en ging langs de kant van de weg zitten. Toen de meid de vreemde verschijning zag, sloeg ze de…
Een man uit Stevoort die 's avonds terugkwam van een bezoek aan zijn vriendin, zag bij een dreef een vreemde verschijning die leek op een koe. De man haalde met zijn stok uit naar het dier. De man die zich met een koevel had verkleed, was op slag…
Een man die 's avonds naar huis wandelde, kwam een weerwolf tegen. Het leek wel een mens die een koevel over zich heen had gegooid. Toen de man de weerwolf wilde slaan, zag hij dat het koevel met het lichaam was vergroeid.
Een man uit Kessenich was het beu dat een koe hem altijd de weg versperde. Op een dag sloeg de man de koe met een grote stok tussen de horens. De vermeende koe bleek een grapjas te zijn, die een koevel om zich heen had gegooid. De grappenmaker was…
In Heers woonden mannen die met het kwaad omgingen. Ze droegen een koevel op hun rug en hadden de kracht om zichzelf in een weerwolf te veranderen. Wanneer men een weerwolf kon laten bloeden, was hij verlost.
Een weerwolf was een man die een koevel over zich heen had gehangen. Een man die 's avonds laat naar huis kwam, werd besprongen door een weerwolf. De weerwolf liet zich dragen tot de man bijna thuis was.
Een boer die een weerwolf met een koevel op het stro zag zitten, stak het beest dood met zijn mestvork. Even later zag de boer dat hij zijn knecht had doodgestoken.
Op boerderij 'De Berg' in Eigenbilzen werkte een knecht die ervan verdacht werd een weerwolf te zijn. Toen men in zijn bed een gloeiend koevel had gevonden, besloot men het vel in brand te steken. Op dat ogenblik kwam de knecht aangelopen om zijn…
Een schaapherder die terugkwam van het dorp, zag naast het Langveld een vreemde verschijning in een koevel zitten. Daarop ging de herder een mestvork halen en sloeg het beest dood.
Op Koningendag had de familie H. geen brandewijn meer. De knecht durfde niet meer naar het dorp gaan, want het was al donker. De koejongen, een dappere kerel van vijtien jaar, bood aan om in zijn plaats te gaan. Voor alle zekerheid nam hij een…