Vroeger werden de mensen vaak besprongen door een weerwolf, die ergens achter een boom of een heg zat. Tussen Uikhoven en Boorsem en langs de weg naar Maastricht zaten vaak weerwolven. Wanneer de weerwolf zich een paar honderd meter had laten…
Een twintigjarig meisje moest 's nachts de dokter gaan halen voor haar moeder die ziek was geworden. Onderweg werd het meisje door een grote zwarte hond besprongen. Daarna heeft dat meisje de rest van haar leven in een stoel moeten zitten tot ze op…
Een man die 's avonds vaak op café ging, werd altijd besprongen door de weerwolf. Omdat de man vrij stevig gebouwd was, wilden de mensen niet geloven dat hij de weerwolf had moeten dragen. "Jullie moeten zelf maar eens door die straat lopen!", riep…
Wanneer de kinderen buiten naar het toilet gingen, maakte men hen vaak bang door te zeggen: "Ga maar niet alleen, want dan springt er een mannetje op je!"
Soms moest men Kludde dragen. Kludde was iemand die een ketting bij zich droeg en voorbijgangers op de rug sprong. Sinds de toverboeken overal zijn opgehaald, zijn dergelijke praktijken sterk verminderd.
Een man die door de Talderstraat wandelde, werd besprongen door een weerwolf. Toen de man de weerwolf een paar meter had gedragen, sloeg hij het beest met zijn vuist op de kop. Het volgende ogenblik veranderde de weerwolf in een naakte man, die…
Een man die van Steenhuffel naar de Boskant (gehucht van Peizegem) was geweest om zijn vriendin te bezoeken, kwam terug langs het Molenstraatje. Daar werd de man vaak besprongen door Klerre. Hij moest Klerre dragen tot hij voorbij een poort kwam, met…
Een man die altijd in de buurt van de kerk ging kaarten, had gezegd dat hij de weerwolf weleens wilde tegenkomen. Op een avond werd de man dan ook besprongen door de weerwolf, die zich liet dragen. Een andere avond werd de man weer besprongen door…
Op een kruispunt in de buurt van de molen van Maaseik, werden de mensen vaak besprongen door een weerwolf. Op een avond had een man een mes op zijn rug gebonden om de weerwolf een lesje te leren. Toen de weerwolf de man besprong, werd zijn buik…
Wie 's avonds ergens naartoe ging, werd vaak besprongen door een bokkerijder. Wanneer men een bokkerijder kon laten bloeden, nam hij weer zijn menselijke gedaante aan.
Een weerwolf was een man die een dierenvel over zich heen gooide en voorbijgangers 's nachts op de rug sprong. Nadat men de weerwolf een tijdje had gedragen, werd men met rust gelaten.
Vroeger woonde Kludde tussen de Schelde en een café. Hij sprong voorbijgangers op de rug en liet zich dan dragen tot bij het café. Toen de boeren het spelletje beu waren en in het café zaten te kaarten, kwam er weer iemand binnen die Kludde had…
Een man moest Klerre altijd dragen wanneer hij was gaan kaarten. Wanneer de man thuiskwam, stond zijn vrouw klaar om de deur open te maken, want de man was helemaal bezweet van inspanning. De man was het slachtoffer van een grapjas met een ketting…
Toen Manen 's avonds van Opoeteren naar Opglabbeek ging, werd hij besprongen door een weerwolf. Toen de weerwolf door de man werd gesneden op de plaats waar hij was gedoopt, veranderde hij in een mens. De weerwolf was Manen heel dankbaar omdat hij…
Een man die in het donker naar huis kwam, werd besprongen door een weerwolf. Toen de mannen met pinnen naar de weerwolf stak, nam de weerwolf zijn menselijke gedaante aan en bedreigde de man. De man heeft de weerwolf nooit durven te verraden.
Een schaapherder hing een laken over zich heen en liep op handen en voeten rond, terwijl hij blies op een fluitje dat een schaapachtig geluid maakte. Zo maakte de schaapherder de mensen bang en sprong hij soms voorbijgangers in de nek.
Een meisje kreeg vroeger altijd van haar ouders te horen: “Loop ’s avonds niet door dat smal steegje, want daar zit Kludde met zijn keet”. Men geloofde dat Kludde voorbijgangers op de rug sprong. Mensen die door Kludde waren besprongen, moesten hem…