Op de Achelse kluis waren veel onderaardse mergelgroeven waarin roversbendes zich schuil hielden. 's Nachts bezochten de rovers vaak één of andere boer van wie ze eisten dat die hen de volgende dag een kalf zou brengen.
De bokkenrijders waren roversbenden die gingen stelen, plunderen en moorden. De rovers hielden zich schuil in de mergelgroeve van Poswick. In Kanne gingen ze niet op rooftocht omdat daar toch niet veel te rapen viel.
De alvermannetjes woonden in de mergelgroeven tussen Millen en Val-Meer. In Elst woonde Jan Ecke, de baas van de alvermannetjes. Wanneer de boeren hem een kom rijstpap brachten, dan was 's ochtends al hun werk gedaan.
In de gangen van de mergelgroeven gingen de mensen tijdens de oorlog schuilen. Op een dag trokken twee jezuïeten de berg in met een lange koord die ze aan een boompje buiten de groeve hadden vastgebonden. Een boer schaapherder maakte de koord…
Een ongelovige adellijke vrouw stuurt voor de lol een processie in de war door er met haar rijtuig doorheen te rijden. Gods straf blijft echter niet uit: de hemel kleurt zwart en er breekt onweer los. Als de vrouw in de mergelgroeve wil schuilen,…