In Moorsele woonde een vrouw die afstamde van ridders. De vrouw was heel rijk en woonde op het kasteel van haar zus. De vrouw hield er een twijfelachtige levensstijl op na, maar ze gaf veel aan de armen. Toen de vrouw stierf, stond in haar testament…
In Otegem woonde een man die 's nachts altijd rondliep met een berenvel op zijn rug. Omdat de vrouw en de kinderen van die man niet wisten wat ze moesten doen, vroegen ze raad aan iemand. Men moest de weerwolf een brief geven die in Frankrijk was…
Toen in Zonnebeke een boerderij in brand stond, ging men snel de pastoor halen. De geestelijke deed de wind draaien, zodat de vlammen geen verdere schade konden aanrichten.
Een wever beweerde dat hij met de duivel omging en dat hij al in de hel was geweest. Omdat de man over bijzondere krachten beschikte, kon hij uitzonderlijk goed weven.
De man woonde in een tweewoonst. Toen hij ruzie had met zijn buur, zei de wever:…
Toen in Nieuwkerke een huis in brand stond, snelde de pastoor ter plaatse en gaf een man de opdracht om een rij dakpannen van het dak te nemen. Even later doofde het vuur.
Op een boerderij verbleven tijdens de eerste wereldoorlog soldaten die in de schuur sliepen. Toen op een ochtend in de schuur brand was uitgebroken, ging men snel de pastoor halen. De geestelijke kwam aangelopen en vroeg de schapulier van de boer om…
Een man die naar huis wandelde, werd door iets kwaads aangevallen in het weggetje dat naar de pastorij leidde. Daarop sloeg de pastoor met zijn armen het kwaad weg en begon te bidden.
Toen er ergens een boerderij in brand stond, liet men die…
Op de Knok was een jong gezin komen wonen. Op een koude winteravond vond de man zijn vrouw dood in de sneeuw. De vrouw lag op haar buik en had met haar handen in de sneeuw gegraaid. Sporen van een reusachtige hond leidden naar het lijk. Enkele mensen…
In 1917 stond in een dorp een huis in brand. Het aanpalende huis had een grote zolder waar berkenhout opgeslagen lag. De pastoor haalde zijn boekje boven, maakte een beweging met zijn hand en zorgde ervoor dat de vlammen het aanpalende huis niet…
Een man had horen vertellen dat pastoors bij een brand de vlammen konden tegenhouden zodat de gebouwen die nog geen vuur hadden gevat, gespaard bleven. Omdat de man wilde weten of dat waar was, ging hij om uitleg vragen bij de kapelaan. De kapelaan…
Toen in een dorp een boerderij in brand stond, gooide de pastoor een ketting op het gebouw. De vlammen kwamen niet verder dan de plaats waar het kettingkje lag.
In een dorp stond een huis in brand. Omdat de wind uit het noorden kwam, waardoor het hele huis in de vlammen dreigde op te gaan, haastte de bewoner zich om de inboedel in veiligheid te brengen. Even later kwam de kapelaan aangelopen met de woorden:…
Toen in een dorp een huis in brand stond, klom de kapelaan op het dak en riep: "Al wat brandt, zal blijven branden". Even later draaide de wind, waardoor de rest van het huis gespaard bleef.
Toen in de Kruisstraat in Ledegem heel wat huizen in brand stonden, zei de pastoor: "Laat branden wat brandt" Even later doofden de vlammen. Daarna is er nooit nog brand geweest in Ledegem zolang die man daar pastoor was.
In een huis in Beveren hoorde men 's nachts altijd geluiden alsof iemand aan het dorsen was. Wanneer men ging kijken wat er aan de hand was, hoorde men het geluid niet meer. Op een dag stond de boerderij in brand. Zodra men dichterbij kwam, was er…
Als een schuur tijdens een onweer in brand was gevlogen, gingen de mensen de pastoor halen. Door een kruisteken te maken, kon die geestelijke immers de wind doen draaien. In werkelijkheid draaide de wind natuurlijk vanzelf en had de pastoor er niets…
Een trappist kwam naar een boerderij die in brand stond en gaf de mensen de raad om de pannen van het dak te halen. Ondertussen stond de geestelijke te bidden. Daardoor werd de brand tegengehouden.