De hellewagen was iets dat zwaaiend door de lucht vloog. Op die wagen werd veel gezongen en lawaai gemaakt. Als de hellewagen door de lucht vloog, dan kwam er altijd kwaad. Om de kinderen bang te maken, zeiden de mensen vaak: "Ik ga je meegeven…
Twee mannen die fazanten gingen stropen, liepen langs een binnenweg en belandden in de hellewagen. De mannen moesten eten en drinken en ze zongen: "Zou je mij niet willen met mijn dikke vette billen en mijn rijstpapgat, met mijn rijstpapgat!" Na de…
Een man vond bij een notelaar een mooi mesje en besloot het voorwerp mee te nemen. Toen de man een tijdje later bij een boer in Lembeke werkte, gebruikte hij het mesje om zijn boterhammen te snijden. Daarop zei de boerin plots: "Dat mes is van mij.…
Een vrouw hoorde op een avond mooie muziek en een lied dat ging als volgt: "Zou je mij niet willen met mijn dikke vette billen, met mijn dikke vette billen, dat ik een jonge man was!" Het was de hellewagen die van Rozeken naar de Waelensen boomgaard…
Op de Doorn in Kleit woonde een man die de witte wagen of de hellewagen had zien rollen. Toen die man terugkwam van Maldegem, zag hij bij de Jonge Jansdreef een ton liggen. De man liep rond de ton heen, maar raakte ze niet aan. Toen de man de…
De Varende Vrouw was de hellewagen die door de lucht vloog. Mensen gingen met die hellewagen mee.
In Knesselare woonde een vrouw die altijd een blauwe schort droeg. Op een dag vond men in de steenputten het dode kind van die vrouw met de blauwe…
Als de kinderen niet braaf waren, dan dreigden hun moeders met de hellewagen die hen zou meenemen. Sommige mensen geloofden dat de hellewagen de duivel was.
Als er een paardenkar over de kasseien reed, dan zeiden de mensen: "Daar is de hellewagen!" Wanneer men de kinderen bang wilde maken, dreigde men hen mee te zullen geven met de hellewagen.