De verteller ziet het huis van Alda Henkes in brand staan, rent erheen en redt haar uit de vlammen, maar hij vreest voor zijn eigen bezit. Echter uit dank dooft Alda het vuur.
lied over vreemde hond die klokslag 12 door het dorp waart. Iemand gaat ernaar kijken, ziet hem komen, roept: "Kst!", waarop de hond groter wordt en met gloeiende ogen nadert. De man rent weg, achtervolgd door de hond, die nog groter wordt en zijn…