Rond de schans reed elke avond een paardenkoets rond met een heer die helemaal in het zwart was gekleed. Men geloofde dat het de vorige eigenaar was, die net was overleden.
Langs de oude hoeve woonde een man die was verdronken nadat hij met zijn kar in een vijver was gereden. 's Nachts kwam de man spoken in een gouden koets met vier paarden. Om middernacht verdween hij weer in de vijver.
Rond het kasteel van Rijkhoven zag men vaak een zwarte koets rijden, waarin een heer zat. De koetsen werden altijd heel snel leeggemaakt en weer volgeladen.
Rond het kasteel van Oostrozebeke reden 's nachts spookkoetsen waarin enkele heren en een mooie dame zaten. Iedere koets werd getrokken door vier paarden.
Een geleerde man uit Houthalen verscheen twee dagen na zijn dood aan zijn bureau, waar hij in zijn papieren zat te snuffelen. De weduwe vertelde aan de pastoor wat ze had gezien. De volgende week reed de dode om middernacht in een gloeiende koets…
Langs de schuur van D. reed altijd een koets met twee gloeiende paarden. D. , wiens dieren allemaal stierven, stelde vast dat het vaak leek alsof zijn schuur in brand stond. Toen D. de schuur had afgebroken, verscheen de koets niet meer.
Een boer ging de dokter halen voor zijn vrouw die moest bevallen. Toen de boer een paardenkar zag aankomen, dacht hij dat het de dokter was. Even later was de paardenkar echter spoorloos verdwenen.
Een man die op het spookkasteel van Oostrozebeke werkte, kwam op een zondagnacht terug van het café. Boven de gracht rond het kasteel zag de man allemaal rode kaboutertjes zweven. Toen de man bij de brug over de gracht kwam, zag hij een spookkoets…
Drossaard Clerckx kwam uit Eksel of Neerpelt. Hij verbleef in een huis op 't Hobos (Hoogbos), een gehucht van Overpelt. Aan de Maaskant heeft drossaard Clerckx de bokkenrijders uitgeroeid in opdracht van de prinsbisschop. In de buurt van 't Hobos…
Enkele mensen die te voet naar Tongeren gingen, zagen bij herberg 'Het Witte Paard' een koets staan. De koets bleef altijd voor die herberg stilstaan, terwijl de voorbijgangers de indruk hadden dat ze snel reed. Het waren geesten die geen rust…
In Rummen spookte het. Omstreeks middernacht reed daar een brandende koets door de straten. De man die in de koets zat, sloeg voorbijgangers met een brandende koperen zweep.
De verdoemde die in de kapel zat, verscheen op de koer van Mazy in een paardenkoets die geen sporen achterliet. Toen een geestelijke uit Meeuwen kwam kijken, was er niets te zien. Op een dag was de verschijning verdwenen.
Bij het kasteel van Printhagen stond vroeger een kapel waar het spookte. In die kapel waren de kasteelheren begraven. Om middernacht reden de dode kasteelheren in een spookkoets met drie zwarte paarden door de kasteeldreef. Op dat ogenblik stonden…
Een dode man kwam 's nachts terug in een paardenkoets die de hele nacht met krakende wielen heen en weer reed in het dorp. Hoewel niemand de koets kon zien, zag men 's ochtends wel een karrenspoor voor de deur. De mensen gingen naar de pastoor, die…
Een boer had beloofd dat hij zoveel graan aan de armen zou geven, dat het terug naar binnen zou stromen als hij het langs het zolderraam naar buiten goot. Omdat de boer dat niet kon, reed hij na zijn dood in een koets met twee paarden rond op zijn…