Op de Engelhoek in Ingooigem was een bosje dat altijd vol rondspringende doodkeersen zat. De mensen zeiden dat dat overledenen waren, die terugkeerden naar hun geld.
Op oudejaarsavond gingen vier of vijf mensen naar Bellegem om een fles jenever te halen. Niemand durfde alleen te gaan omdat er onderweg ergens een doodkeers zat. Onderweg zag het gezelschap de doodkeers. Een dappere man ging naar het kerkhof,…
Dwaallichten waren in werkelijkheid doodkeersen. Die lichtjes bleven enkele uren boven een bepaalde plaats hangen, om aan te geven dat daar geld begraven lag.
In de buurt van het Nunnebos zagen enkele jongens altijd een lichtje tussen de takken bewegen. "Dat is een doodkeers", zei de oom van één van de jongens, "je moet er eens naar wenken. Het lichtje zal dan dichterbij komen en met een bons tegen de deur…
Een man die met Allerheiligen 's avonds bij regenweer terugkwam van de vesper, zag bij het Kruiswater een lichtje op het uiteinde van zijn paraplu zitten. De man vermoedde dat het om een doodkeers ging. Toen hij thuiskwam, zag hij door het…
Een vrouw die samen met haar moeder op pad was, zag om elf uur 's avonds drie bomen waarvan er één in brand stond omdat er een doodkeers in zat. De twee vrouwen waren zo bang dat ze een omweg maakten. Het licht dat daar iedere nacht brandde, was de…
Een man die op een avond naar huis wandelde, zag een doodkeers in de Hondschote-wal. De mensen vertelden dat op die plaats ooit een kasteel was verzonken.
Soms gebeurde het dat mensen achtervolgd werden door een lichtje. Een man zag een doodkeers op de plaats waar een paard begraven lag. Doodkeersen waren doden die terugkwamen om verborgen geld aan te wijzen.
Tijdens de winter zag een meisje van acht of negen jaar oud een doodkeers. Het meisje woonde bij haar meter. Toen ze 's avonds naar buiten ging, zag ze een lichtje boven het raam van de buren. Even later vloog het lichtje naar een kerselaar.
Op een plaats waar geld verborgen lag, zag men doodkeersen heen en weer vliegen. De doodkeersen gingen naar de bomen en naar de huizen. Het waren de zielen van doden die terugkeerden wegens het geld.