Op een boerderij zagen twee knechten iedere avond een doodkeers. Van de anderen kregen ze de raad niet naar het lichtje te wenken; anders zou hun nek gebroken worden. Toen de knechten de volgende dag in de schuur stonden, wenkten ze toch naar het…
Een vrouw die omstreeks middernacht samen met haar man terugkwam van de kermis, werden de hele tijd gevolgd door een geraamte met een licht erin. Het echtpaar durfde niet te spreken. Even later brak de doodkeers een tak en vloog weg. Toen de man…
Een man die dronken naar huis wandelde, zag een doodkeers. Toen de man naar het lichtje probeerde te slaan, viel hij tot tweemaal toe op de grond. De volgende dag rook de man naar wierook. Zijn vrienden gaven hem de raad om de volgende keer iets…
In een wilgenboom tussen Zwevegem en St.-Louis zat een doodkeers. Daarom durfde niemand voorbij die boom te wandelen. Het spooklicht sprong van de ene tak naar de andere en liet een handafdruk achter in de deur.
Op de weg naar de molen van Sint-Denijs stonden knotwilgen waarin iedere nacht lichtjes heen en weer sprongen. De mensen geloofden dat het doodkeersen waren. Op een ochtend hing aan één van die bomen het lijk van een man die was opgehangen door zijn…
Bij een elzenhaag vloog de hele tijd een doodkeers heen en weer. Het leek wel een doodshoofd met een kaars in. Iedere avond ging de doodkeers op de vensterbank van een nabijgelegen huis zitten.
Een stroper die 's avonds een strop ging zetten om een haas te vangen, zag twee meter boven zijn hoofd een doodkeers. Toen de man naar huis wandelde, ging het lichtje een eindje met hem mee, maar de man was niet bang.
Vroeger lieten veel mensen hun kinderen overlezen door de paters.
De mensen waren vroeger namelijk heel bijgelovig. Wanneer ze ergens een lichtje zagen, maakten ze vaak een omweg van vele kilometers omdat ze geloofden dat het om een doodkeers ging.…
De mensen waren bang wanneer ze doodkeersen zagen. Ze geloofden dat het een voorteken was van toverij. In werkelijkheid waren doodkeersen het werk van grapjassen.
Bij de stronk van een omgehakte notelaar danste iedere avond een doodkeers. De kinderen mochten niet naar die doodkeers wenken, want anders zou de teruggekeerde dode hen plagen.
Doodkeersen waren lichtjes die 's nachts op het kerkhof van het ene graf naar het andere wipten. De mensen geloofden dat het de doden waren, die uit hun graf waren opgestaan. Wellicht was dat gewoon een product van de verbeelding.
Wanneer men 's nachts onderweg was, zag men soms een doodkeers. Een dergelijk licht werd veroorzaakt door een lichtgevend gas of door de weerkaatsing van de maan.
Als men naar een doodkeers had gewenkt, moest men snel naar binnen gaan en de deur dichtslaan. Doodkeersen waren de zielen van mensen die geld hadden verborgen en die dat aan niemand verteld hadden. Doodkeersen bewogen altijd op en neer. Men moest…
Een man die op een avond naar huis kwam, zag een doodkeers vóór zijn voeten opstijgen. Toen het lichtje ter hoogte van een boom kwam, ging het weer naar beneden. Bij zijn thuiskomst vertelde de man wat hij had gezien. Zijn huisgenoten zeiden dat het…
In de Kerkdreef in Vichte verscheen iedere nacht een doodkeers. Een onbevreesde man stak op een nacht zijn wandelstok in het lichtje. De volgende dag was de stok helemaal opgebrand. De man begon op die plaats te graven en vond er een pot goud.
Een zeventigjarige hopdrager werd op zijn weg naar huis gevolgd door een doodkeers. Sommige mensen beweerden dat de doodkeers in werkelijkheid dampen waren geweest.