Op een boerderij zagen twee knechten iedere avond een doodkeers. Van de anderen kregen ze de raad niet naar het lichtje te wenken; anders zou hun nek gebroken worden. Toen de knechten de volgende dag in de schuur stonden, wenkten ze toch naar het…
Toen Wijntje terugkwam van Elch, ging hij in Rosmeer achter een bietenkuil zijn behoefte doen. Wijntje had zijn broek nog niet opgetrokken of hij zag in de Spannestraat een vuurman verschijnen die steeds dichterbij kwam.
Op een boerderij waar een man was gestorven, vielen de dieren dood in de stal. 's Nachts kon men de rammen en deuren horen open- en dichtslaan. Wanneer de mensen opstonden, was er echter niets vreemds te zien. De paters zijn de boerderij komen…
Op een boerderij zag men altijd een doodskeers. Op een dag kwam een man naar de boerderij omdat hij de doodskeers eens wilde zien. "Je mag niet wijzen", had de boer hem gezegd. Toen de man de doodskaars zag, riep hij opgewonden: "Daar is ze!" en stak…
Een man die 's nachts voorbij de Bekkem brug wandelde, zag een doodskist staan. De man probeerde dichter bij de kist te komen, maar dat lukte niet. De volgende dag was op de brug niets meer te zien.
Stallichten waren de zielen van ongedoopte kinderen die kwamen vragen om iets te doen. Wanneer men naar een stallicht durfde te wijzen, kwam het op de top van je vinger zitten.
Toen in een huis een lijk lag opgebaard, liep een man snel naar de pastoor met de woorden: "Meneer pastoor, je moet onmiddellijk komen of we gaan de paters halen! Mijn vrouw zegt dat er mieren over de tafel lopen en dat er muizen en ratten aan de…
Een man die 's avonds voorbij de beek wandelde, zag aan de overkant in de verte een licht. In een mum van tijd kwam het licht dichterbij en vloog tot in de top van een boom.
Stalkaarsen waren lichten die men 's avonds in de stal of op het veld zag, en die de mensen volgden. Sommigen geloofden dat stalkaarsen de zielen waren van mensen die na hun dood waren teruggekomen omdat ze nog iets moesten zeggen. Men mocht niet…
Naar stalkaarsen of dwaallichten mocht men niet wijzen, want dan kwam het licht naar de persoon door wie het was uitgedaagd. Sommigen beweerden dat dergelijke lichtjes teruggekeerde heksen waren; volgens anderen waren het de zielen van ongedoopte…
Soms zagen mensen op zo'n tien meter afstand een lichtje verschijnen. Wanneer de mensen dichterbij kwamen, bewoog het lichtje ook, zodat de afstand altijd even groot bleef.
In Ichtegem had men een kind dat niet groeide omdat het betoverd was. Wanneer het kind in de kerk kwam, zuchtte het luid. Uiteindelijk ging men het kind laten overlezen door de paters van Steenbrugge. Zodra een pater dichterbij kwam, werd het kind…
Sommige mensen moesten Klerre met zijn keet dragen. Een man uit Humbeek die 's avonds voorbij een kerkhof wandelde, meende iets te horen en versnelde zijn pas. Toen de man honderd meter verderop was, hoorde hij gerammel achter zich. Het geluid kwam…
Doodskeersen waren kaarsjes die men op het land zag branden. Hoe dichter men bij de lichtjes probeerde te komen, hoe verder ze zich van je verwijderden.
Een man werd 's nachts wakker omdat hij steentjes hoorde vallen. De man zag een mannetje met een zak op zijn hoofd van de trap komen. De man probeerde te roepen, maar dat lukte niet. Omdat het mannetje alsmaar dichterbij kwam, kroop de man weg onder…
In een huis in Meulebeke hoorde men 's nachts altijd een hels lawaai alsof alles aan diggelen werd gegooid. Er was echter niets te zien en 's ochtends was er geen spoor van de gebeurtenissen. Toen de paters van Tielt het huis kwamen overlezen,…
Toen S. met een spade in de hand naar een dwaallichtje ging, werd hij door het lichtje benaderd. Zodra de man naar binnen was gevlucht, weerklonk er een luide bons op de deur. In de deur stond een rode handafdruk die men haast niet meer kon…
Rosalie was samen met haar broer naar de bioscoop geweest. Toen het tweetal pas thuis was, zag Rosalie door het raam een witte juffrouw verschijnen. Ze vertelde het onmiddellijk aan haar broer, die naar buiten wilde om de zaak te onderzoeken. …
Als men een doodkeers zag, mocht men zijn deur niet openmaken. Men mocht ook niet naar het licht wijzen, want anders kwam het naar de persoon door wie het was uitgedaagd.