Twee kippenhandelaars die 's ochtends vroeg op pad waren, zagen bij 't Kruipgat altijd een doodkeers die van de ene boom naar de andere sprong. Naar zo'n doodkeers mocht men nooit wenken.
Als men een doodkeers zag, mocht men zijn deur niet openmaken. Men mocht ook niet naar het licht wijzen, want anders kwam het naar de persoon door wie het was uitgedaagd.
Een doodkeers was een vlammetje dat rondzweefde en altijd een bepaalde afstand van de mensen verwijderd bleef. Als men vooruit ging, week het vlammetje naar achteren. Ging men achteruit, dan kwam het vlammetje dichterbij.
Een man uit Bellegem riep naar een doodkeers. Daarop kwam het lichtje onmiddellijk dichterbij. De man was erg bang en is kort na dat voorval gestorven.
Een familie uit Merkem zag 's morgens vroeg en 's avonds laat altijd een doodkeers. Wanneer de mensen dichterbij kwamen, was er niets meer te zien. Later vertelde men dat dergelijke lichtjes glimwormen waren.
Doodkeersen die men tussen de bomen op en neer zag bewegen, waren teruggekeerde doden. Doden keerden bijvoorbeeld ook terug als ze ergens geld hadden begraven.
Een man zag een doodkeers naast zich. Hoe sneller de man stapte, hoe sneller ook de doodkeers zich voortbewoog. Toen de man thuiskwam, was de doodkeers plots verdwenen.
Soms hing men een uitgeholde suikerbiet met een koordje aan een boom. Als de mensen die doodkeers dan op en neer zagen bewegen, geloofden ze dat het een teruggekeerde dode was.
Een man die zich op zaterdag was gaan laten scheren, kwam naar huis door het bos. Daar zag de man een massa doodkeersen. De man liep naar huis zo snel hij kon.
Een man die terugkwam van Nieuwpoort, zag bij de Vaart een doodkeers boven het water zweven. Het licht had de grootte van een emmer. Toen de man dichterbij kwam, was de doodkeers plots verdwenen.
In de Gavers zat altijd een doodkeers. Dat lichtje zweefde van de ene boom naar de andere. Een jongen kreeg van zijn moeder de raad om niet naar het lichtje te wenken. Toen het lichtje al vier opeenvolgende dagen was verschenen, wenkte een…
Een man die terugkwam van Poperinge hoorde een vreemd geluid en zei: "Ben je door God gezonden, spreek dan. Ben je door de duivel gezonden, ga dan weg". Daarna heeft de man de doodkeers nooit meer gehoord.