Een broer woonde met zijn zus in een huis in Meeuwen. De broer, die regelmatig ging jagen, had al vaak een haas in de tuin gezien en besloot om het dier neer te schieten. Even later bleek dat de broer zijn zus had neergeschoten.
Een man die een ekster in een boom zag zitten, schoot naar het dier. Onder de boom vond de man een vrouwenvinger met een ring. De volgende dag vertelde de buren: "Er ligt een vrouw in bed. Gisteravond is ze haar vinger kwijtgeraakt".
Een stroper die er maar niet in slaagde een haas te raken, stak wat as uit het wierookvat in zijn geweer. Toen de stroper de haas had neergeschoten, was er een vrouw gewond.
Bij Fons H. op de Rode Hei verscheen om middernacht altijd een heks, waardoor de koeien een hels lawaai maakten. Jef slaagde erin de heks dood te schieten toen ze in de gedaante van een kat verscheen.
Een toveres liep 's nachts altijd van het ene huis naar het andere terwijl ze luid schreeuwde. Een man laadde zijn geweer met een halve frank en schoot naar iets dat op zijn dak zat. De volgende dag vernam de man dat een vrouwtje uit het dorp een oog…
Om middernacht kwam Zjang naar huis van zijn werk in de melkerij in Langerlo. Om klokslag twaalf uur zag Zjang een zwarte kat op de muur van het kerkhof zitten. Het was de geest van een dode die daar begraven lag. De jachtwachter had al meerdere…
Een man die samen met een vriend op pad was, maakte aanstalten om te schieten naar een vogel die in een boom zat. Op dat ogenblik sprak de vriend: "Stop, dat is mijn vrouw!"
Een jager had een mooie haas geschoten. Hij stak het dode dier in zijn weitas en ging naar huis. Toen de man zijn buit aan de mensen wilde tonen, lachten ze hem allemaal uit: de weitas bevatte enkel wat zand.
Telkens wanneer Hari in de bossen van Mombeek ging stropen, kwam er een konijntje voor hem zitten. Hari had al vaak geprobeerd om het konijntje neer te schieten, maar dat was hem nog nooit gelukt.
Een man die in Maarheze was gaan kaarten, kwam om middernacht terug naar huis. Toen de man voorbij het huis van smid Smeets wandelde, zag hij plots een grote hond op de weg. Daarop liep de man naar huis zo snel hij kon. De volgende dag had de man…
Een jongeman die 's nachts terugkwam van zijn vriendin, zag een kat op de weg zitten. Daarop nam de jongen zijn geweer en schoot het dier een poot over. Toen de jongeman de volgende week bij zijn vriendin kwam, had het meisje een gebroken been.
Een jager had een mooie haas gezien. De man probeerde twee keer om het dier neer te schieten, maar zijn geweer werkte niet. Toen de haas verdwenen was, werkte het geweer opnieuw. Het moet een spookhaas zijn geweest.
Een man wiens kolen werden opgegeten door hazen, ging op wacht staan met zijn geweer. Nadat de man een haas had neergeschoten, ging hij kijken en herkende een buurvrouw.
Een boswachter zag 's nachts in het bos een hond. De man schoot naar de hond, waarop het dier wegliep. Even later zag de man nog een veel grotere hond. Hij schoot naar die grote hond, maar raakte het dier niet. Even later verscheen er een grote man…
Een jager zag in zijn thuis altijd een haas lopen. Hij had al vaak geprobeerd om het dier te treffen, maar dat was hem nog nooit gelukt. De knecht van de jager bood aan om het geweer zelf eens te laden en de haas neer te schieten. De knecht schoot…
Een man die op een avond in het donker ging wandelen, zag in een veldweg een haas zitten die niet wegliep. Omdat de man de haas niet kon vangen, ging hij naar huis om zijn jachtgeweer te halen. Op het ogenblik dat de man de trekker overhaalde,…
De leden van de bende van Priem-Haverbeke werden doodgeschoten tijdens een inbraak. De plannen voor de inbraak waren uitgelekt, waardoor de politie zich had verscholen in een schuur van de boerderij. Haverbeke zelf kon ontsnappen.
In de buurt van de nekkerput zou een heks of een tovenaar hebben gewoond, die zichzelf in een haas kon veranderen. Toen een stroper de haas op een nacht had neergeschoten, stond de nekker plots voor hem.
Een stroper ging samen met een vriend jagen in de buurt van het kasteel van Rumbeke. Hoewel beide mannen een ander pad hadden genomen, zagen ze op hetzelfde moment een haas, die onkwetsbaar leek te zijn. Toen de mannen naar het dier probeerden te…
Een man die de hele tijd door een kat werd geplaagd, haalde zijn geweer boven en schoot het dier van op een afstand neer. Toen de man ging kijken, lag er een oud vrouwtje op de grond. Dat vrouwtje was zeker een heks.
Een boer wiens koeien allemaal ziek waren geworden, liet de veearts komen. Niets kon echter nog baten, want de koeien stierven allemaal. De veearts gaf de boer de raad om zijn koeien de volgende keer door hem te laten onderzoeken vooraleer hij ze…
Een man wiens groenten allemaal door hazen werden opgegeten, ging op wacht staan met zijn geweer. Toen de man drie hazen zag en de dieren wilde neerschieten, werkte zijn geweer niet. Iemand had de man de raad gegeven om het geweer bij de loop vast…
Wanneer de stropers in de Dennendreef naar een haas wilden schieten, werkte hun geweer niet. Die hazen waren immers de overleden kasteelbewoners die kwamen spoken in de gedaante van een dier.
Een man had een 'snep' geschoten, maar kon het dier nergens vinden. Toen de man na een tijdje naar huis ging, zag hij de 'snep' op zijn dorpel zitten wachten. Het dier sprak: "Ah, ben je hier? Ik zit hier al lang hoor!"
Een man schoot met zijn geweer naar een haas die in zijn tuin zat. Hoewel de haas niet dood was, had de man het dier wel geraakt. De volgende dag lag de buurvrouw gewond in bed.