Een boer uit Schapenbrugge kwam na de middag terug van de hoogmis in Westkapelle. Onderweg kwam de boer twee zussen tegen, met wie hij een praatje maakte. Toen er een dronkaard voorbijkwam, begonnen de zussen de man uit te lachen. Daarop sprak de…
Tijdens de oorlog ging Theike enkele zakken koren laten malen bij de molenaar. Onderweg kwam Theike een weduwe tegen, die hem aanbood om de zakken te helpen dragen. "Maar hoe kan dat nu?", zei Theike, "Daarnet heb ik de zakken helemaal alleen…
De pastoor van een stadje aan de kust was de meest geleerde man van de hele wereld. Als de mensen hem uitlachten, dan zorgde de pastoor ervoor dat de spotters omringd werden door zwijnen.
Een echtpaar en een jongetje reden met de koets ergens naartoe. Toen de mensen onderweg een oud vrouwtje tegenkwamen, begon het jongetje met de vrouw te lachen. Daarop sprak de man: "Lach niet met dat vrouwtje, want we zouden weleens problemen kunnen…
Een oude man uit Knokke werd uitgelachen door een jonge voorbijganger. Daarop had de oude man gezegd: "Jij zal de hele dag lachen!" De jonge man heeft inderdaad de hele dag moeten lachen.
In Beert was een vrouw die verdacht werd van toverij, op weg naar Halle. Onderweg vroeg het vrouwtje aan een voorbijrijdende boer of ze met zijn paardenkar mocht meerijden. De boer weigerde echter omdat hij die vrouw niet vertrouwde. Twintig meter…
Een tovenaar uit Moerkerke werd door enkele boerenzonen uitgelachen. "Zwijgen jullie maar!" sprak de tovenaar tot de spotters. Daarop veranderde de tovenaar een pot aarde in goudstukjes.
De vader van Moen was op strooptocht en schoot op twee hazen. De twee dieren gingen echter dicht bij elkaar staan, niesden eens en lachten de stroper uit. De man was doodsbang en maakte zich snel uit de voeten.
Een kindje begon altijd om middernacht te huilen omdat er buiten muziek en kattengejank te horen was. Op een nacht ging de vader naar buiten met zijn geweer. Hij zag een hele troep katten zitten en schoot naar een groot zwart exemplaar. Het geweer…
Een boer die om middernacht het gemalen meel bij de molenaar moest gaan halen, kon plots niet meer verder. Wat hij ook deed, de kruiwagen bleef stilstaan. Toen de man de gebeurtenissen aan zijn buurman vertelde, lachte die hem uit. Een tijdje…
In Wijtschate woonde een dokter die altijd een grote hoed en een brede mantel droeg. Die man bezat toverboeken. Wanneer de kinderen met hem spotten, deed hij hen ter plekke stilstaan of zorgde hij ervoor dat ze hun weg niet meer vonden. Op een dag…
Tijdens de tweede wereldoorlog wandelden enkele jongens naar school. Onderweg lachten de jongens met een Duitse schaper die daar stond. Daarop toverde de schaapherder muizen die over de rug en de nek van de jongens kropen. Even later deed de herder…
In een herberg in Veerle waren op een dag twee klanten. De twee mannen wilden samen met de herbergier een spelletje kaart spelen, maar ze zochten nog een vierde man. Even later kwam er een vreemde binnen. Men begon met de kaarten te spelen, maar men…
Tegen beter weten in lachte een jongen altijd met een vrouw uit het dorp. De mensen hadden hem al vaak gezegd dat hij op die manier nog eens betoverd zou worden. Op een dag gooide de vrouw stekelbessen op het hoofd van de jongen. 's Avonds voelde de…
Op een zondag zat een grappenmaker in een café een glas te drinken. Toen een man uit het dorp in het café binnenkwam, sprak de grappenmaker spottend: "Wie we hier hebben! Onze tovenaar! Men zegt dat jij kan toveren!" De tovenaar deed echter alsof hij…
Een stroper die 's nachts hoorde hoe een ekster hem uitlachte, schoot naar het dier. De ekster viel uit de boom en brak haar vleugel. Toen de man 's ochtends thuiskwam, stelde hij vast dat zijn vrouw een gebroken arm had.
Een zeventienjarig meisje was ziek geworden nadat ze bosbessen was gaan plukken. Op de heenweg was er een onweer geweest, waardoor de voeten van het meisje doorweekt waren. Daardoor had ze kou gevat. Toen het zieke meisje in haar bed lag, zag men in…
Een man werd in de buurt van de Spekbrug besprongen door de weerwolf. De man moest de weerwolf dragen tot aan een kruispunt. Daarna lachte de weerwolf hem uit. Het beest had een zwarte kleur en was bijzonder zwaar.
In een weide in Essene liepen enkele veulens rond. Toen één van de veulens in een put was gevallen, gingen een aantal boerenjongens het dier bevrijden. De jongens trokken aan het veulen tot ze helemaal bezweet waren, maar ze slaagden er niet in het…
Een soldaat sliep naast een goede vriend die altijd bang was wanneer hij 's nachts de wacht moest houden. "Ik zal wel voor jou de wacht houden. Ik ben toch niet bang", bood de soldaat aan. "Ja, dat is goed", zei de vriend, "maar vannacht zal je…
In Lissewege woonde een jonge kerel die niet in God geloofde. Toen de pastoor voorbijkwam naar iemand die de Laatste Sacramenten moest krijgen, lachte de kerel de geestelijke uit. Daarop zei de pastoor: "Pas jij maar op!" Toen de spotter de volgende…
Toen Gijske 's avonds van het station naar huis wandelde, moest hij de weerwolf dragen. Wanneer oom Jo de man in het station ging halen, zag men de weerwolf niet. Men hoorde het beest dan wel lopen. De weerwolf droeg namelijk een ketting om de…
Een man die in Wijshagen op strooptocht was, zag in de verte enkele hazen spelen. Hij bleef rustig zitten in de veronderstelling dat de hazen spoedig dichterbij zouden komen. Na enige tijd kwam één van de hazen de stroper aan zijn jas trekken om…
Op een boerderij in Heule werkten Duitse schapers die door de mensen uit het dorp werden gewantrouwd. De schaapherders gingen op zondagochtend alijd naar het café. Ze waren bovendien helderziend. Iedere zondag hadden de schaapherders een schoon hemd…