Lomme woonde aan het Ziekeren-klooster. Siska Vos was een ver familielid van hem. Ze woonde daar ook in de buurt, en men vertelde dat ze een heks was. Zo kon Siska bijvoorbeeld feilloos voorspellen wanneer Armand, Lommes vader, bij het kaartspel…
Frans en Rik waren gaan stropen op de Kogelshei. Toen de twee mannen 's nachts bij het kruispunt kwamen, waar Fien V.D.B. woonde, voelde Rik een grote magere kater langs zijn benen wrijven. Omdat de mannen er niet in slaagden de kater te verjagen,…
Twee knechten gingen op een avond in het 'Roeren' op strooptocht. Eén van de knechten droeg een zak waarin twee dode hazen zaten. Opeens hoorden de knechten een stem uit de zak, die sprak: "Anne-Katrien, waar ben je?" De knechten liepen zo snel ze…
In de Zakstraat stond een hoeve waar het spookte. 's Nachts hoorden de stropers er altijd muziek. Men geloofde dat het de geest van de vroegere bewoner was.
Theo P. ging samen met Tinus P. en Martin K. op strooptocht in Heks-bos. Opeens hoorden de mannen een belletje rinkelen, hoewel er niets te zien was. Het was een heel ander geluid dan dat van de flessen die de kasteelbewoners in de bomen hingen om…
Een stroper stond met zijn rug tegen de muur te wachten tot er een haas zou verschijnen. Toen hij plots tussen de kolen in de tuin een haas zag, haalde hij zijn geweer boven om het dier neer te schieten. Hij miste echter. Een tweede haas verscheen,…
De vrouw van X werd ervan verdacht een heks te zijn. Een man uit Rotem, was op een koude winterdag in Treselt aan het stropen. De man schoot naar een haas, maar miste. Nog geen tien minuten later stond de vrouw van X bij hem met de woorden:…
Toen Rikus V.H. ging stropen, schoot hij tweemaal tevergeefs naar een haas. Bij het derde schot citeerde Rikus het Sint-Jansevangelie. De volgende dag kwam de man een vrouw tegen, die zei: "Zo, kereltje, je hebt mij een oog uitgeschoten! Dat zal ik…
Suske M. was een stroper. Toen hij op een nacht op strooptocht was, zag hij plots een haas in zijn lichtbak spelen. Suske laadde zijn geweer en schoot naar de haas. Het dier nam echter een aanloop, en sprong over Suskes hoofd in het koren. Even…
Op een nacht ging Pier-Jentje uit Geisteren stropen. Toen hij een haas zag en het dier wilde neerschieten, ging zijn geweer echter niet af. Ook een tweede en een derde poging mislukten.
Een man die samen met een vriend op strooptocht was, schrok zich haast dood toen er een uil op de loop van zijn geweer kwam zitten. Die uil moet een heks zijn geweest.
De vader van Moen was op strooptocht en schoot op twee hazen. De twee dieren gingen echter dicht bij elkaar staan, niesden eens en lachten de stroper uit. De man was doodsbang en maakte zich snel uit de voeten.
Een man die met de lichtbak ging stropen, schoot naar een haas die dicht bij hem was komen zitten. Omdat de haas door het schot was weggevlogen, ging de man het dier zoeken. In plaats van de haas zag de man in het maanlicht een prachtig veulen.
Een stroper die al driemaal tevergeefs naar een dier had geschoten, zei bij zichzelf: "Och, dat is een spook dat hier zit". Daarop ging de stroper weg.
Een man uit Bocholt die bij de familie Paggers woonde, ging 's avonds vaak op strooptocht. Op een nacht zat het bos vol hazen. Toch slaagde de stroper er maar niet in om één van de dieren neer te schieten. Toen hij dan eindelijk toch een haas had…
Een man die op een zondag had geweigerd om met een vrouw naar de kermis te gaan, kwam 's avonds een kat tegen, die hem de hele tijd voor de voeten liep. Op een dag ging de man stropen in het bos. Toen hij een haas zag lopen, werkte zijn geweer…
Een man die met een voorraad steenkool terugkwam van Luik, werd onderweg doodgestoken door stropers. Het paard kwam om middernacht zonder begeleiding thuis met tweeduizendvijfhonderd kilo steenkool.
Een stroper die 's nachts een haas had geschoten, hoorde verschrikt hoe een andere haas vroeg: "Rik, waar ben je?" Daarop liet de stroper alles vallen en ging naar huis.
Een man uit Heur-le-Thyx ging 's nachts stropen in het bos van de graaf in Rutten. Plots zag de man langs de kant van de weg iets vreemds in de gracht. Het leek wel een zak die met iets was gevuld. De man was doodsbang toen de zak naar hem toe…
Wanneer Nessel T. in het beukenbos ging stropen, kon hij door geen enkele politieagent opgepakt worden. Wanneer men hem op de hielen zat, veranderde Nessel zich in een beukelaar.
De Heer M. had gezien dat C. in Tammelenbos op strooptocht was. Toen M. ging kijken, had C. geen geweer, maar een bijl in zijn handen. C. ging met de duivel om.