Lang geleden woonde er een boer in Kessel-Hout die slecht met zijn vrouw kon opschieten. Op een zondagmiddag ging hij met haar wandelen. Hij deed alsof hij in een poel een grote snoek zag zwemmen en spoorde zijn vrouw aan om deze van dichterbij te…
Die boeren vroegen dan: "Ben je niet bang voor de dwaallichtjes?". Die dwaallichtjes waren mensen die waren vermoord en die kwamen spoken. Die boeren waren daar zo bang voor, ze gingen 't bij de politie melden.
Dat waren kinderen, die gestorven waren zonder gedoopt te zijn. Ze kwamen terug in de vorm van lichtjes. De mensen die dat zagen, werden hierdoor van streek.
Er staat hier (Beusichem) een eendenkooi. Men zag daar dwaallichtjes, mensen die allang gestorven waren. Maar eigenlijk waren het de lichtjes van het station
Vlakbij Gouda stond een spookhuis. Daar gebeurden allemaal rare dingen: zo gingen de aardappels koken op een haard waar geen vuur in was. Ook zag men daar 's nachts dwaallichten vandaan komen.