Blader door items (317 in totaal)

Trefwoorden: braamstruik, dansen, Duitse schaper, fluiten, hoeden, rug, schaapherder, schapen, schip, schipper, slaan, soldatenmantel, vaart, vervelen

Trefwoorden: dansen, Duitse schaper, fluiten, hoeden, mantel, rug, schaapherder, schapen, schip, schipper, slaan, soldatenmantel, uittrekken, vaart

Trefwoorden: bocht, hout, krijgen, pastoor, pet, schipper, slaan, tovenaar, toverboek, toveren, toverkracht, varen

Trefwoorden: behekst, geestelijke, heks, kruis, kruisbeeld, ongeluk, overlezen, pastoor, schip, schipper, tong, verbrand, verbranden, vis, visnetten, vuur, wijwater, zee, zwaan

Trefwoorden: duivel, halsband, oven, pastoor, schipper, tegenhouden, toverboek, toveren, toverkracht, verbranden, vuur, weerwolf

Trefwoorden: aannemen, afnemen, geestelijke, geven, kar, krijgen, lezen, paard, paarden, pastoor, schipper, stilstaan, stilstaan (doen), tegenhouden, toverboek, toveren, toverkracht, verlossen

Trefwoorden: bakker, brood, geestelijke, heks, meerijden, oven, overlezen, pastoor, pastorij, schipper, stinken, tovenares, zwijgen

Trefwoorden: afnemen, kwijtraken, pater, schipper, toverboek, toveren, toverkracht, verbranden, vuur, water

Trefwoorden: behekst, betoverd, boot, heks, jas, pijn, ruzie, schipper, schreeuwen, slaan, tovenares, toveres, wasdraad, waslijn

Trefwoorden: boer, maaien, maandag, ongeluksdag, schipper

Trefwoorden: bloed, duivel, schip, schipper, verkopen, vrijmetselaar, ziel

Trefwoorden: afgestorvene, angst, brengen, eiland, geheime dingen, koopman, krachten, laden, lastgever, schip, schipper, storm, voelen, zee, zielen

Trefwoorden: anker, dijk, dijkbreuk, dominee, dorp, droog, kerk, kerkdeur, kerkplein, meerlui, meerman, meermensen, meermin, mens, ontsnappen, overstromen, plagen, ramp, schip, schipper, sparen, storm, straf, treiteren, verzwelgen, vroom, zeemeermin, zeeschepsel, zeewijf, zondag

Trefwoorden: bark, duivel, gedaante, golven, halen, hond, opeisen, poedel, schip, schipper, verkopen, vreemd, vrijmeson, vrijmetselaar, zee, ziel, zwemmen

Trefwoorden: boot, dode, dood, eiland, geesten, jaarlijks, middernacht, mist, nacht, overledene, overlijden, overvaart, schipper, sterven, stuurman, twaalf, uur, visser, wit, zee, ziel, zielenovervaart, zinken

Trefwoorden: banken, begeerte, beloning, bot, buiten boord, dom, geheimzinnig, gezang, golven, haring, hoog, lachen, lokken, lonken, lopen, maar, meermin, meerminnen, roer, schipper, schol, schubben, schuw, slim, staart, tij, tijd, vangen, verlangen, vissen, visser, vloed, voorplecht, wadden, waden, zandbank, zeemeermin, zingen

Trefwoorden: bot, geloof, haven, herhaling, katholiek, kerktoren, koppig, protestants, religie, rooms, schip, schipper, toren, vastlopen, vastzitten, visser, weigering, zandbank

Trefwoorden: emmer, heksen, scheppen, schipper, turf, vrouwtje, water

Trefwoorden: breed, duivel, duivelspact, griend, helpen, houthakker, hulp, knecht, passeren, schipper, schrikken, schudden, sluisbaas, sluisdeur, sluiskolk, verkopen, verstoppen, ziel

Trefwoorden: aap, betoverd, betoverd kind, de aap, geschrokken, jongen, kissiesman, kwade hand, lijken op, marskramer, moeder, pannenbakkerij, schipper, schrikken, spreeuwennest, Woerden

Trefwoorden: bedrog, bons, boot, herrie, lawaai, schipper, schuit, spoken zien, spook, vast, verhaal, vreemde, water, zien

Trefwoorden: bijgeloof, breken, heks, hekserij, Hogerburg, huis, huisje, kapot, lijn, schipper, schippers, schuit, trekschuit

Trefwoorden: beheksen, behekst, betoverd, betoveren, bijgeloof, bocht, boten, haaks, haakse bocht, heks, hekserij, kade, kant, magie, ongeluk, ongeval, rivier, schepen, schipper, schippers, tovenarij, toveren, varen, vrouw, water

Trefwoorden: beheksen, behekst, betoverd, betoveren, bijgeloof, bocht, boten, haaks, haakse bocht, heks, hekserij, kade, kant, magie, ongeluk, ongeval, rivier, schepen, schipper, schippers, tovenarij, toveren, varen, vrouw, water

Trefwoorden: geestverschijning, juffer, nachtmerrie, schipper, spookverschijning, zijde