Een jonge boer erfde flinke problemen met het vee van de oude boer, zijn schoonvader (zie ook VODA_042_3a). Zijn dieren gingen allemaal dood. Uiteindelijk liet hij een geestenbezweerder uit de Belgische Kempen komen, het Mannetje van Genk. Deze…
In de buurt van Pier J. verbleef vroeger de ridderorde van Malta. Men kon nooit weten waar die ridders naartoe gingen, want elke dag besloegen ze hun paarden op een andere manier.
Een boer hoorde om middernacht plots lawaai in zijn stal. Toen hij ging kijken, zag hij dat de dieren helemaal bezweet waren. Sommige waren bovendien met hun staart aan elkaar gebonden en andere stonden achterstevoren.
Een schaapherder beschikte over bijzondere krachten nadat hij in een toverboek had gelezen. Toen de herder zijn toverkracht wilde kwijtraken, ging hij te rade bij een pater, die sprak: "Je moet het boek achterstevoren lezen en op de plaats gaan…
Een man werd razend toen hij vaststelde dat een heks het hoofd van zijn kind achterstevoren had gezet. Met duivelsdrek maakte de man een kruis vóór de kerk. Daarop kreeg de man van zijn vader het volgende te horen: "Je hebt dat nu wel gedaan en de…
De bokkenrijders waren rovers die rondreden met een grote zijden hoed op hun hoofd. De rovers verbleven in onderaardse gangen in Gestel. De bokkenrijders waren moeilijk te volgen omdat ze hun paarden achterstevoren besloegen.
Een vrouw had iemand een bochel gegeven en het hoofd van een kindje achterstevoren gezet. Men bedreigde de heks met de woorden: "Als je dat niet ongedaan maakt, dan sla ik je dood". De heks veranderde zich in een kat en werd doodgeslagen. Daarop…
De bokkenrijders uit Wellen waren rovers die met het kwaad omgingen en die een bok vereerden, vandaar hun naam. De bokkenrijders gingen op een ton zitten en zeiden dan: "Over heggen en hagen tot in de wijnkelder van Heers." Op een dag had een man…
De bokkenrijders die op Oversteen vertoefden, reden vaak naar de Meerhoutse hoef. De rovers besloegen hun paarden achterstevoren, zodat het moeilijk was om te weten te komen waar ze naartoe waren gereden.
Een meisje was aan het lezen in een boek dat ze van iemand had gekregen. De moeder vertelde dat aan de pastoor, die even later naar het meisje kwam en zei: "Je hebt geluk dat je dat boek niet hebt uitgelezen, want dan was je volledig in de greep van…
Tussen 'de Zeug' en 'de Spriet' op de weg naar Poelkapelle werden de paarden tegengehouden en kon men geen boter karnen. De koeien stonden bovendien achterstevoren in hun stal.
In het klooster van Kelchterhoef woonden paters die het klooster stiekem via onderaardse gangen verlieten. Die paters hadden hun paarden achterstevoren beslagen.
De alvermannetjes verbleven op het Hooghuis. Men vertelde dat de alvermannetjes hun paarden achterstevoren besloegen opdat de mensen niet zouden weten waar ze naartoe gingen.
Een heks had het hoofd van een kindje achterstevoren getoverd. Toen bakker G. dat wist, bedreigde hij de heks en dwong hij haar om het kwaad dat ze had aangericht weer ongedaan te maken. Daarop zette de heks het hoofd van het kindje weer recht.
De bokkenrijders trokken er 's nachts op uit om te stelen. In Lauw hadden de rovers onderaardse gangen die tot in Maastricht liepen, en die de 'Hinderkuilen' werden genoemd. Omdat ze hun paarden achterstevoren hadden beslagen, wist men nooit waar…
De heks Bet had het hoofd van een pasgeboren kindje achterstevoren gezet. Daarop ging de schoenmaker met een mes naar de heks en dwong haar om het kwaad dat ze had aangericht weer ongedaan te maken. Dat heeft ze dan ook gedaan.