Omdat Mones C. zich veel geld op onrechtmatige wijze had toegeëigend, moest hij na zijn dood komen spoken. De drossaard verscheen dan met een gloeiende pen achter de oren en kwam in de gedaante van een grote zwarte hond binnen in huis. De hond…
Omdat de drossaard na zijn dood kwam spoken, liet men een geestelijke komen om het spook te verbannen. "Jij hebt ooit een appel gestolen", sprak het spook tot de geestelijke. Omdat de geestelijke geen zuiver geweten had, kon hij het spook niet…
Mensen uit Deurne die door de kwade hand werden geplaagd, gingen bij het heksenmannetje in Diest een brood halen. Het heksenmannetje trok negenennegentig spelden uit het brood. De laatste speld was de heks.
In Overpelt woonde een drossaard die de bokkenrijders overal achtervolgde en de rovers probeerde te pakken te krijgen. Toen de drossaard dood was, bleef zijn geest rondzweven in de gedaante van een zwarte hond. Een geestelijke heeft het spook…
Na de dood van de drossaard gebeurden in Overpelt vreemde dingen. Zelfs nadat men de geest van de drossaard voor negenennegentig jaar had verbannen, kwamen er honden uit zijn huis en vlogen de deuren en ramen om een onverklaarbare reden open. Later…
In Kermt woonde een vrouw in wiens arm elke nacht een hond kwam liggen. Uiteindelijk heeft men een bruine pater laten komen, die de hond heeft verbannen voor negenennegentig jaar en nog.
Na zijn dood kwam Laurentius M. terug in de gedaante van een spook dat overal de dieren ging losmaken. Laurentius' zus lag doodziek in bed en riep de hele tijd: "Mon frère, mon frère, wat heb ik je misdaan?" Uiteindelijk heeft een pater uit Diest…
Een molenaar stuurde een ondankbare bedelares weg met de woorden: "Jij komt hier altijd! Elke keer krijg je iets, en nog ben je niet tevreden! Je mag hier niet meer binnenkomen!" De volgende dag was de molenaar zo ziek dat hij zelfs niet meer kon…
De drossaard kwam na zijn dood spoken in de gedaante van een zwarte hond. De pastoor van Eksel heeft het spook voor negenennegentig jaar verbannen onder een brug bij de steenweg. De pastoor is eraan gestorven.
Een vrouw had erge last van ‘het kaaj’ (koude moeraskoorts, zie ook VODA_031_01) en was bang dat ze hieraan zou overlijden. Iemand had tegen haar gezegd dat ze negenennegentig noten moest eten. Dit deed ze. De honderdste noot gooide ze over haar…
Een bloemist verkoopt een plant die maar eens in de honderd jaar bloeit. Als een vrouw de plant wil kopen, vertelt de bloemist dat de plant vorig jaar gebloeid heeft. Als de plant over 99 jaar niet bloeit, mag de vrouw hem terugbrengen, aldus de…
Een man komt elke dag in de kerk bidden om precies 100 gulden. De kapelaan en de pastoor halen een grap uit door 99 gulden neer te leggen. De kapelaan is ervan overtuigd dat de man dit bedrag niet zal meenemen. Na het bidden telt de man het geld en…