De nageboorte moest hoog in de boom gehangen worden, dan liep het veulen met de kop omhoog. Met vloed kwam het kalf. Alle boeren hadden een almanak. Als het laag water werd kon je rustig gaan slapen.
Een visser was 's avonds wormen aan het vangen en toen hij naar huis wilde, sprong er een weerwolf op zijn rug. Die bleef daar net zo lang hangen tot hij thuis was. En omdat die weerwolf hem thuis had gebracht, was hij bekeerd, hij zou meer in God…