Een paar heren vraagt een boer die aan het ploegen is of hij weet waar sterke Nicolaas woont. Dat weet de boer wel. Hij pakt de ploeg op, met ossen en al, en wijst de heren daarmee de weg.
Op boerderij Ter Doest in Lissewege lagen de koeien allemaal met hun poten omhoog. Een vrouwtje had in een tarweveld een rot ei begraven. De boer haalde dat ei uit de grond en ging het begraven in het veld van die vrouw. Door het ei kwam er een…
In Neerpelt woonde een jongetje dat altijd overal opklom. Op een dag zei een vrouw: "Ik zal je even helpen", en ze duwde kleine Jan met haar hand omhoog. Op dat ogenblik voelde de jongen een verschrikkelijke pijn. Jan had een open wonde die nooit…
Een schaapherder had een zoon van jeugdige leeftijd. 's Nachts hoorde de herder altijd een lawaai alsof de potten en pannen dooreen werden gegooid. Vreemd genoeg was er nooit iets te zien. Om middernacht kwam er altijd een vrouw die beweerde dat ze…
Op een boerderij had een zwijn duivelsjongen gekregen. De biggen klommen tegen de muren omhoog. Nadat de pastoor de boerderij had overlezen, waren alle biggen plots verdwenen.
Enkele boeren geloofden dat hun stallen betoverd waren omdat de dieren altijd met hun staart omhoog hingen. De boeren geloofden dat een leurder verantwoordelijk was voor die toverij.
Een man beweerde dat de heksen, zowel mannen als vrouwen, 's nachts bijeenkwamen in een afgelegen weide. De heksen dansten daar naakt rond op mooie muziek en bedreven allerlei doodzonden die door de duivel werden geëist. Op de plaats waar de…
De knecht van boer Nollekes vertelde 's ochtends aan de boerin dat hij 's nachts niet kon slapen; de jongen werd haast doodgemarteld en hij had het gevoel alsof er iets zwaars op hem lag. Daarop sprak de boerin: "Dat is de maar. Je moet 's nachts…
Een heks uit Martenslinde had in een boerderij de koeien behekst. De dieren stonden met hun achterpoten in de lucht en legden hun kop in de kribbe. Nadat de pastoor een kruis had gemaakt op de trap, verschenen er wel honderd katten op het dak. …
Een jongen uit Paal die een toverboek bezat, kon tegen de muren van het gemeentehuis omhoog lopen. Op een dag ontdekte de pastoor het toverboek tijdens de catechismusles. De geestelijke heeft de jongen het boek afgenomen.
Neer zag tijdens een jachtpartij een haas die de hele tijd rondliep met zijn oren recht omhoog. Neer slaagde er niet in de haas te schieten. De man laadde zijn geweer met nagels en wachtte tot de haas in een boom zat. Neer schoot de haas door de…
De pastoor zag hoe een klein jongetje tegen de muren van de kerk op kon lopen. Nadat de pastoor driemaal een gebed had gezegd, was het jongetje verlost van zijn toverkracht.
Op het kerkhof van Peizegem lag een meisje begraven, dat op achttienjarige leeftijd was gestorven. Toen de grafsteen van het meisje omhoog was gekomen, geloofde men dat er een dode uit zijn graf was opgestaan. In feite was de grafsteen omhoog…
Telkens wanneer er een heks in de buurt was, lagen de dieren met hun poten omhoog in de stal. Nadat de dieren door een geestelijke waren overlezen, gedroegen ze zich weer normaal.
Een boerin stelde op een ochtend vast dat alle kippen in het kippenhok met hun poten omhoog lagen. Enkele dagen later stonden de kippen weer op hun poten. Toen de boerin op een ochtend in het varkenshok kwam, zag ze dat de drie varkens stijf op de…
Een man die terugkwam van de zagerij, kwam een hond met gloeiende ogen tegen. Omdat de man zo erg was geschrokken bij het zien van de nekker, stonden zijn haren recht omhoog wanneer hij thuiskwam.
Een man uit Maastricht werd door een bokkerijder door de lucht naar huis gebracht. Toen de man bij zijn thuiskomst pijn voelde aan zijn been, sprak de bokkerijder: "Je hebt je been niet hoog genoeg gehouden toen we over de toren vlogen".
Op het kerkhof van Peizegem was de grafsteen van een jong gehandicapt meisje omhoog gekomen. Talloze mensen kwamen van heinde en ver naar het graf kijken. Wellicht was de grafsteen omhoog gekomen door het gewroet van een mol.
Op het kerkhof van Peizegem dacht men dat er een dode uit zijn graf was opgestaan omdat de grafsteen omhoog was gekomen. In feite was het gewoon een mol die onder de grafsteen zat te wroeten.
Een meisje dat op drieëntwintigjarige leeftijd was gestorven, lag begraven op het kerkhof van Peizegem. Toen de grafsteen van het meisje omhoog was gekomen, kwamen de mensen van heinde en ver naar het vreemde verschijnsel kijken.
Een vrouw gaf altijd een stukje brood, een beetje varkensvet en vijf centiem aan een bedelares die regelmatig langskwam. Toen de vrouw in het kraambed lag, kon ze niet bij de deur om de bedelares iets te geven. Het dochtertje van de vrouw had geen…
In Steenkerke was een brug die men omhoog moest hijsen wanneer er een schip voorbijkwam. De vrouw die bij de brug stond, hees de brug omhoog, hoewel ze de pastoor die net aankwam, nog makkelijk eerst had kunnen doorlaten. De vrouw kon de pastoor…