Een vrouw die wil overnachten bij een boer, blijkt een vermomde rover. De 'vrouw' wordt ontmaskerd omdat ze bij de appelvangproef met de knieën tegen elkaar de appel vangt. Een ingekwartierde soldaat misleidt de rover door een stropop naast zijn…
Een jongetje wordt opgeschrikt door een lange, onbekende man die niets zegt. Als het jongetje hem langs de schuur volgt, verdwijnt de man even plotseling als hij verschenen is. De hulp van een roomse man wordt ingeschakeld, maar ook hij kan de man…
Bij de Skilige Piip zit een schat in de grond. Maar om hem eruit te krijgen, moet men een toverspreuk opzeggen, die niemand weet. De eigenaar spookt er nog steeds rond, achterstevoren op een ezel.
Leerlingen moeten een opstel schrijven waarin religie, koningshuis, seks en mysterie voorkomen. Een leerling is snel klaar en schreef: "O mijn God," zei de koningin, "ik ben zwanger! Maar van wie?"
Mensen waren erg bang van een dwaallichtje dat ze eens zagen. Een man die er met een emmertje melk liep, kwam thuis zonder melk. Zo hard was hij weggelopen.
Moos loopt op straat met twee zware boodschappentassen. Een man vraagt hem waar de Pieter Basstraat is.
Moos zegt: "Kunt u mijn tassen even vasthouden?"
Vervolgens heft hij zijn beide handen in de lucht en zegt: "Geen idee!"
In Turkije zou na de aardbeving op grote schaal orgaanroof plaatshebben. Nieren en levers worden uit lijken en gewonden gestolen en voor veel geld verkocht.
Als er vreemd volk bij je aanklopt om onderdak, kan er wel eens een man in vrouwenkleren tussenzitten. Als je wil weten of het een man in vermomming of een 'echte' vrouw is, moet je een appel naar diegene toewerpen. Als een man iets opvangt, houdt…
Ik heb rond 1916 eens op een avond hele lange, witte, hoge dingen gezien, die tegen de lucht aan stonden. Maar wat het geweest is, heb ik nooit geweten.
De verteller heeft een keer een vuurbol gezien op de weg bij Garijp. Hij kwam uit de lucht, ging eerst over het land en raakte toen in het water waar hij verdween. Waar het op duidde, weet de verteller niet.
Een jongetje wil de pastoor de weg niet wijzen naar het station. De pastoor zegt dat hij dan nooit de hemel zal bereiken. De jongen zegt dat de pastoor ook niet bij het station zal komen.
Jesse spreekt in onbegrijpelijke taal naar zijn vader. De vader zegt dat Jesse naar zijn kamer moet als hij niet zegt wat het is. Vervolgens is Jesse grof tegen zijn vader en is Jesse beteuterd omdat hij gewoon in het Nederlands vertelde wat hij…
Een vreemde man wordt uit Feanwâldsterwâl, als hij dronken is, door een onbekende vastgepakt en weggesmeten. Daarna gaat hij nooit meer naar de herberg.
Een jonge man uit Kollumsweach [Kollumzwaag] ziet op een zondagavond in de zomer een man voor hem lopen. De jongen gaat harder lopen om de man in te halen, maar dat lukt niet. De man gaat op de dijk staan en de jongen doet dit ook. Dan vliegt de man…
Een man heeft wratten op zijn handen en gaat daarmee naar Willem Pyk. Willem strijkt met zijn handen over de wratten en mompelt wat. De man wil weten wat Willem zegt, maar dat mag hij niet te weten komen. Een paar dagen later zijn de wratten…