Een meisje leed aan een ziekte waardoor ze altijd op de grond viel en begon te trillen als er een fietser kwam aangereden. Op een dag ging de moeder met het meisje naar het paterke van Hasselt, die het kind een heiligdom gaf. De familie moest ook te…
In de buurt van Kermt woonde een man die van hekserij werd verdacht. Op een dag kwam een fietser een haas tegen, die vóór hem op de weg sprong. De fietser schopte het dier tegen de kop en reed verder. De volgende dag liep in het dorp een man rond,…
Een fietser wordt 's nachts aangehouden door twee mannen maar hij fietst hard door. Als hij even later een klap in zijn nek krijgt, denkt hij dat een van de mannen hem te lijf is gegaan. Zijn nek werd echter geraakt door zijn eigen fietsband die los…
Een jongen die een fietstocht maakt mag overnachten in een nonnenklooster. De moeder-overste vertelt hem dat 's nachts om drie uur alle nonnen zich naakt moeten opstellen voor contrôle. De jongen moet dan maken dat hij wegkomt, aldus de…
Een man die net heeft leren fietsen fietst in het donker van zijn broer op weg naar huis. Als 'twee lampen' hem naderen, denkt hij ertussendoor te kunnen fietsen. Als hij later in het ziekenhuis bijkomt, blijkt hij tegen een auto gereden te zijn.
Een jonge fietser is doornat geregend en krijgt onderdak in een nonnenklooster. Hoewel de nonnen hem bevolen hebben in zijn kamertje te blijven, moet hij er 's nachts toch uit om te plassen. Als hij op de gang op zoek gaat naar een pot, draagt hij…
Als een fietser rijdend een tak uit zijn voorwiel probeert te verwijderen, slaat hij over de kop. De man heeft een verstuikte pink maar voorspelt dat dit zijn dood zal zijn. De voorspelling komt uit: binnen het jaar sterft hij.
Jan Hepkes fietst het liefst tegen de wind in en iedereen fietst dan verkeerd. In plaats van plat op het stuur te gaan liggen, moet je achterover gaan zitten,want dan kan je de trapper een opmieter geven.
In een storm moet Jan Hepkes op de fiets naar Oostermeer toe voor huiden. Het lukt Jan wel en tegen de wind in te fietsen en hij zegt dat hij wat steun aan de borst heeft gehad
Jan Hepkes fietst een keer van Ljouwert als er een bui aankomt en de lucht zwart wordt. Hij fietst steeds harden en hoort het regenen achter zich. Hij komt droog aan in Heerenveen en als hij de deurkruk vastheeft begint het te regenen.
Een echtpaar ziet indertijd in Harkema bij de Smoorhoeke lichtjes aankomen, die om de hoek het slingerpaadje opkomen. Het zijn wilde lantaarns. Later rijden de fietsers langs met lichten aan. Ze hebben vantevoren de lampen van de fietsen gezien.
Jan Hepkes trotseert op zijn fiets een ernstige tegenwind. Hij denkt dat hij wel tegen de wind op kan als hij een paar honderd pond voorop zijn fiets laadt.
Jan Hepkes duldt niet dat iemand hem inhaalt op de fiets. Een waaghals die het toch tegen de razendsnelle Jan probeert op te nemen, sterft op de fiets. Jan Hepkes heeft later nog meegedaan met het hardrijden op de baan en won prompt de eerste…
Een fietser uit Dokkum denkt beter bij de trappers te kunnen als hij de banden van zijn fiets laat leeglopen. Vervolgens draait hij het zadel een slag 'richting huis'.
Een nachtelijke fietser wordt plotseling opgeschrikt door iemand aan zijn zijde. Als de man het woord tot zijn plotse metgezel richt, zwijgt die. De fietser raakt zijn begeleider pas kwijt, als deze plotseling in het niets verdwijnt.