Om te verhinderen dat de kinderen te dicht bij een waterput zou komen, vertelde men hen dat er een geest in de put zat, die hen naar beneden kon trekken.
Een jongen die blootsvoets rondliep, werd bang gemaakt voor de tenensnijder die zijn tenen zou komen afsnijden. Daarna trok de jongen snel zijn sokken en schoenen aan.
Kludde met zijn keet was een loslopende hond met een ketting, waarvoor de mensen 's nachts bang waren. Sommige vrouwen maakten hun kinderen bang door hen te vertellen dat Kludde met zijn keet kinderen meenam.
Een timmerman had twee nagels in zijn jaszak, waarvan de voering was gescheurd. Onderweg hoorde de man het gerinkel van de nagels. Hoe sneller de man liep, hoe sneller de geluiden elkaar opvolgden. Daardoor werd de man zo bang dat hij bij zijn…
Kludde met zijn keet was iets waarmee men de kinderen 's avonds bang maakte. Als men gerammel op straat hoorde, dan sprak men tot de kinderen: "Pas op, want Kludde met zijn keet komt eraan en die zal jullie meenemen!"
Een moeder drukte haar kinderen altijd op het hart niet te dicht bij het water te komen. Anders zou Kalle met de haak hen misschien in het water trekken. Een familielid was ooit op die manier in de Leie beland.
Een vrouw uit de Peperstraat in Heule waarschuwde de mensen altijd voor Kalle met de haak. Kalle zat in de steenputten en probeerde de mensen naar beneden te trekken.
Een meisje kreeg vroeger altijd van haar ouders te horen: “Loop ’s avonds niet door dat smal steegje, want daar zit Kludde met zijn keet”. Men geloofde dat Kludde voorbijgangers op de rug sprong. Mensen die door Kludde waren besprongen, moesten hem…
Vroeger werden de kinderen bang gemaakt met verhalen over dwaallichtjes en stalkaarsen. Het gebeurde vaak dat men bieten uitholde en er een kaarsje in zette om de mensen bang te maken.
Vroeger maakte men de kinderen bang met verhalen over een weerwolf die in het bos zou hebben gezeten. Als kinderen hun schoenen niet wilden aandoen, vertelde men hen over de Tenensnijder.
Vroeger vertoefde de bende van Bakelandt vaak in een herberg in Poelkapelle. Een meisje uit Langemark kreeg van haar vader altijd te horen dat ze braaf moest zijn, want dat de rovers anders op de zolder zouden verschijnen. De vader beweerde dat de…