's Avonds mocht men niet in de buurt van een kerkhof komen, want men geloofde dat Kludde met zijn keet daar rond zat. Kludde pakte de kleine kinderen mee, zo vertelde men.
Op een boerderij zag men op een dag een weerwolf die gekleed was in een ezelsvel. Wanneer het donker was, kwam die weerwolf alle kinderen stelen die hij zag. Wanneer de kinderen niet braaf waren, sprak men tot hen: "De weerwolf zal komen!" men…
Een pastoor beweerde dat hij ongehoorzame mensen in een fles kon trekken. Toen enkele kwajongens in de tuin van de pastoor appelen wilden stelen tijdens de preek, bleven de dieven aan de boom plakken. Ze werden pas bevrijd toen de pastoor uit de…
Een boer die samen met zijn knecht terugkwam van Hechtel, waar hij zijn os was gaan verkopen, zag op de Kampse hei een vuurman. Hoewel de boer het hem had verboden, floot de knecht naar de vuurman. Daarop vluchtten de boer en de knecht snel naar…
Wanneer er 's nachts ergens iets veranderd was, geloofden de mensen dat de alvermannetjes het hadden gedaan. Om de kinderen te doen gehoorzamen, zei men soms: "Luister maar goed, want anders komen de alvermannetjes vannacht jullie hut afbreken!"
Vroeger maakte men de kinderen wijs dat in de Vunkelerstraat een weerwolf zat. De kinderen zongen dan: "Woefke, woefke, breek niet los. Wij gaan wandelen door het bos".
Kludde met zijn keet was een loslopende hond met een ketting, waarvoor de mensen 's nachts bang waren. Sommige vrouwen maakten hun kinderen bang door hen te vertellen dat Kludde met zijn keet kinderen meenam.
Het spook van Hanskes was een weerwolf die op zaterdagavond bij de Croesmolen uit de beek kroop. Kinderen die zich niet wilden laten wassen, werden door de weerwolf in het water getrokken.
Een vrouw die geen raad wist met haar ongehoorzame veertienjarige zoon, vroeg aan de drossaard van Stokkem om eens met de jongen te praten. De drossaard kwam en hing de jongen met een touw op aan de deur. "Jamaar, zo meende ik het niet, zei de…
In het verzonken kasteel in Pittem woonden vroeger Tempeliers. Ze leefden als rijke heren en hadden slaven die werden opgehangen als ze niet gehoorzaamden. Op een dag heeft een Vlaamse graaf de Tempeliers verjaagd en hun kasteel vernield.
In Hocht (Rekem) woonde een graaf die berucht was om zijn wreedheid. Op een dag ging een vrouw uit de Rekemerstraat bij de graaf haar beklag doen over de opstandigheid van haar zoon. "Vrouwtje", sprak de graaf, "ga maar naar huis, en dan zal ik…
Vroeger vertoefde de bende van Bakelandt vaak in een herberg in Poelkapelle. Een meisje uit Langemark kreeg van haar vader altijd te horen dat ze braaf moest zijn, want dat de rovers anders op de zolder zouden verschijnen. De vader beweerde dat de…