Sterke Hearke was aan het ploegen toen er iemand aan kwam die wilde weten hoe sterk Hearke wel was en waar hij woonde. Hearke tilde zijn ploeg op en wees ermee voor zich uit: daar woont hij en hier staat hij.
Kleine (arme) Klaas weet door het voor de gek houden van mensen rijk te worden. Grote (rijke) Klaas wordt jaloers en hebzuchtig en probeert hetzelfde, maar bij hem loopt het echter steeds mis.
Een boer die aan het ploegen is vraagt aan een visser of het al wil bijten. De visser zegt dat hij nog geen vis heeft gezien maar dat bij vorige week een vier meter lange snoek heeft gevangen. Daarop zegt de boer dat hij vorige week met de ploeg op…
Hearke was aan het ploegen toen iemand hem de weg naar zijn huis vroeg. Hij tilde zijn ploeg op en wees ermee in de richting van zijn huis alsof het een wandelstok was.
Hearke was aan het ploegen, toen mensen hem de weg naar zijn huis vroegen. Ze waren iets van plan, maar kenden Hearke niet. Die tilde de ploeg bij zijn staart op en wees ermee in de richting van zijn huis. De mensen dropen snel af.
Hearke was eens aan het ploegen toen er een man langskwam die hem zocht. Hearke tilde zijn ploeg recht voor zich uit en zei: hier staat hij en daar woont hij.
Hearke was eens aan het ploegen toen iemand hem de weg naar zijn huis vroeg. Hij tilde de ploeg op en wees in de juiste richting: daar woont hij en hier staat hij.
Hearke was aan het ploegen toen er vreemdelingen voorbij kwamen. Ze vroegen de weg en Hearke tilde zijn ploeg op en wees daarmee in de richting die de mensen op moesten.
Hearke was aan het ploegen. Het paard werd onrustig. Hearke pakte het bij de mond, draaide het met ploeg en al om, schudde het paard door elkaar en waarschuwde het. Het paard rende met het hoofd tussen de benen verder.
Arme boer staat op het punt zich op te hangen als er een zwerver verschijnt die wel voor niets voor hem wil werken. Voorwaarde is dat als er geen werk meer is, de boer moet doen wat hij zegt. De boer gaat akkoord, maar alle werk is zo snel klaar dat…
Sterke Hearke was eens aan het ploegen toen er een man het erf opkwam om de weg naar Hearkes huis te vragen. Deze tilde zijn ploeg op en wees daarmee in de richting van zijn huis.
Toen Hearke aan het ploegen was kwam een man voorbij die vroeg waar Sterke Hearke woonde. Deze tilde zijn ploeg op en wees in de richting van zijn huis: Daar woont hij en hier staat hij.
Sterke Hearke was aan het ploegen. Er kwam iemand langs die de weg naar Sterke Hearke vroeg. Deze tilde zijn ploeg op en wees zijn huis aan: Daar woont hij.
Sterke Hearke was gelddrager van beroep. Al dat zilvergeld bij elkaar woog veel, maar hij was dan ook sterk. Op een dag was hij aan het ploegen toen iemand hem de weg naar Sterke Hearke vroeg. Hij tilde de ploeg op en zei: "Hier staat hij en daar…
Grote Pier was eens aan het ploegen, toen er iemand op het land kwam. Diegene vroeg hem waar Grote Pier woonde. Pier zei: "Hier staat hij." en wees met de ploeg aan waar hij woonde: "Daar woont hij."
Toen iemand eens aan Sterke Hearke naar zijn woonplaats vroeg, tilde hij zijn ploeg op om daar zijn huis mee aan te wijzen. Ook vertelde hij wie hij zelf was.