Tijdens de Tachtigjarige Oorlog proberen Wigbolt Ripperda en een vrouw te ontsnappen via een onderaardse gang. Het lukt ze bijna, maar Wigbolt wordt uiteindelijk gepakt en onthoofd.
Een jongen beweert door gekleurde jongens te zijn aangevallen, waarna zij een hakenkruis in zijn arm hebben gekerfd. Uiteindelijk bekent de jongen dit zelf te hebben gedaan, en het verhaal erbij te hebben verzonnen.
Een groep Marokkaanse jongens verspert 's avonds in een tunnel in Zaltbommel een meisje de weg. Ze krijgt de keuze hoe ze naar huis wil: verkracht of met een lach? Ze kiest voor het laatste, waarna haar mondhoeken worden uitgesneden. Het meisje is…
Een forumtopic over onderaardse gangen stimuleerde mensen te vertellen over lokale onderaardse gangen. Een aantal voorbeelden kwamen uit Haarlem, Wouw, Bergen op Zoom, Delft, Den Helder en IJmuiden. Vaak zijn de gangen verbonden aan forten, kerken en…
Een man loopt 's avonds fluitend over de dijk en kan opeens niet meer fluiten. Dan wordt hij opgepakt en achter in de polder weer neergezet. Hij hoort daar gehuil van honden of wolven, maar dat houd plotseling op. Toen is hij verder naar huis…
Een meisje fietst door een enge tunnel en bidt in tongen. In dezelfde tunnel wordt later iemand verkracht. De verkrachter vertelt later dat hij het meisje niet aanrandde, omdat er twee mannen bij haar waren. Het waren engelen.
Een stille agent hield een roversbende in de gaten. Hij zag hoe ze in hun keet naar bed gingen, en het licht uitdeden. Toch werd er die nacht weer ingebroken. De rovers hadden namelijk vanuit de keet een gang gegraven naar buiten toe.