Zoek in de Collectie

Trefwoorden: been, begrafenis, begraven, belofte, boer, branden, breken, dood, dorp, gave, geest, geloven, huilem, kerkhof, koets, leven, lijk, man, naaiwerk, paard, schrikken, spreken, sterven, tweede gezicht, vergissen, visioen, vonnis, voorspelling, vriend, vrouw, wagen, wit, wonen, ziekte, zwart

Trefwoorden: afsnijden, bedehuis, bidden, doorkomen, droogvoets, heilig, herhaling, kerk, lukken, man, onmogelijk, over, overschrijden, plaatsafsnijden, regen, steunen, stok, teruggaan, terugleggen, verwondering, voet, wandelen, water, weg, wonen, zien

Trefwoorden: beroven, bijeen roepen, doden, duivel, gebed, geestelijke, gek, genaden, gevaar, gevangen, gevangene, heilig, hel, kameraden, kamerheer, kasteel, man, maria, monnik, oratie, ridder, stank, verbeteren, verdwijnen, verzoeking, verzuimen, wachten, wonen

Trefwoorden: achterkleindochter, bende, bewoner, bocht, boeren, bomen, buurtschap, dieren, dood, gedaante, geld, gewoon, gezin, goud- en zilvergeld, grond, hand, hoeven, kapotbijten, korenzak, lijf, man, mens, ontstellen, openen, opgraven, overnachten, paardenstal, platteland, ponden, rennen, rietdekker, rooien, schat, schouder, schrik, schuur, stuktrappen, toeval, verbergen, verkopen, verzinken, voerlui, vrouw, wagenmaker, wonen, zweet

Trefwoorden: aanhouden, afbreken, aflopen, bekennen, binnensluipen, bloed, bloemen, boerderij, broers, broodmes, buurt, cent, drinken, erven, flauwvallen, geld, gevangenisstraf, grootvader, hals, handen wassen, herbergen, kerk, leeftijd, man, meisje, moeder, moordenaar, ontdekken, pleegkind, politie, schoolmeester, schrik, snijden, stelen, stoel, trouwen, tuin, vader, vastbinden, veertien, verdenken, vermoorden, veroordelen, vinden, vluchten, vroegmis, waarschuwen, watergang, wonen, zusters, zwaaien

Trefwoorden: 1400, 1517, 1681, geldstuk, geslachtsnaam, gezin, huis, man, middeleeuwen, monnik, munt, nakomeling, negentiende eeuw, overleven, penning, plaatsnaam, ree, rog, schatting, scheepvaart, spot, spotlied, spotnaam, stad, stedeke, vergaan, verslijken, vervallen, vijftiende eeuw, vissoort, weiland, wonen, zestiende eeuw

Trefwoorden: aardappel, antwoord, bed, binnenkomen, broek, dag, deur, elf, gaan, geestelijke, geld, gerust, half, hard, hebben, herberg, hetzelfde, houden, huis, kandelaar, kapelaan, kerk, koster, kruipen, lamp, licht, maken, man, minnaar, morgen, nacht, ontmoeten, op stap, open, ovengat, pakken, pastoor, slapen, slechte, spreken, staan, stof, straat, tegenkomen, tien, tijd, uur, verdienen, verteren, volgende, vragen, vrouw, week, werken, wonen, zelfde, zwieren

Trefwoorden: aanbellen, aanreiken, achterdocht, adres, antwoord, antwoorden, avond, behandelen, betalen, bezoeken, boer, dokter, dood, ernstig, flesje, genezen, gesprek, geval, hele, helft, helpen, herberg, houden, kamer, knie, koopman, krijgen, kwaal, kwakzalver, last, licht, liegen, luiden, luisteren, man, meenemen, melken, mengen, mens, onderbreken, ongeluk, ongemerkt, openen, overeind, pijn, pis, praten, rekenen, rijden, stad, thuis, toegeven, turen, twee, uithoren, urine, verlaten, vertrekken, vier, vragen, vrouw, wagen, water, wiel, wonderdokter, wonen, zalf, ziekte, zitten

Trefwoorden: afsnijden, ander, angst, bedrog, beloning, bewijs, bos, doden, gevaar, hoofd, koning, man, meenemen, missen, reus, slimheid, tong, uitkomen, uitloven, vermoorden, waarheid, wonen, woud, zien

Trefwoorden: bang, bangerik, bed, besmeren, beul, bevend, bezitten, bloed, brand, bruid, dochter, doden, dood, doorscheuren, drijven, geld, gerecht, geschieden, getrouw, hals, hangen, huwelijk, kapot, klimmen, komen, kort, lied, luisteren, maken, man, moord, moordenaar, nacht, ophangen, pakken, petroleum, raam, roepen, schavot, schout, sleuren, smeken, steken, strop, trap, trekken, veroordelen, voordeur, vriend, vrouw, wachten, weg, wonen, zaak, zeggen, zuchten

Trefwoorden: begrijpen, binnensmonds, bleek, kat, kennen, leer, lijk, man, mompelen, reiziger, schoenmaker, verschrikken, vroeger, weg, wegrennen, wonen, zeggen

Trefwoorden: avond, avontuur, besluiten, eeuw, haast, heks, herstellen, jaren, kammen, kamrad, kattenluik, kloppen, man, mening, mestvaalt, ouders, rademaker, redenering, repareren, schoonmaken, spaken, vensterbank, versterken, voeten, vrouw, vruchten, wanmolen, werk, weten, winter, wonen, woning, zuster

Trefwoorden: aantrekken, bed, bezitten, dood, doodzieke, geweld, huid, man, mond, schuim, sterfbed, vasthouden, verbranden, verlossen, verlost, verschrikkelijk, vinden, weerwolfshuid, wonen

Trefwoorden: antwoorden, beneden, bergen, boven, gelijken, kale, kind, klimmen, man, oud, roepen, wonen

Trefwoorden: angst, bang, beheksen, boos, gevaarlijk, hekserij, kreupel, man, overvaart, paard, toorn, tovenaar, toverij, veerpont, waarschuwen, waarschuwing, water, wonen, wraak

Trefwoorden: arm, bidden, binnen, buiten, buurt, gordijn, heks, huis, kruipen, kwast, lopen, man, muur, omhoog, ontheksen, ophouden, pastoor, plafond, schilderijlijst, sleutelgat, staan, uithalen, vallen, waarschuwen, wijwater, wonen, zegenen, zeggen, zitten, zoldering

Trefwoorden: blussen, bonzen, borrel, brand, cafe, deur, doven, drinken, huis, kaboutervrouw, man, midden, openmaken, opknappen, oud, roepen, schreeuwen, staan, vrouw, vuur, wandelen, wonen, zien

Trefwoorden: akker, angst, bedrieger, bedriegerij, bekendmaken, boer, buurman, diefstal, dood, drank, dronkaard, een, geest, gehucht, genieten, gevloekte, halen, huiswaarts, inpalmen, laten, man, middernacht, nacht, naloop, nuchter, onopgemerkt, onrechtvaardige, paal, revenant, roepen, rondlopen, rondzwerven, scheiden, schim, schouder, slapen, sterven, terugzetten, twaalf, uur, verdwijnen, vergroten, verlossen, verschijnen, verschijning, vertellen, verzetten, vluchten, voorgoed, vrouw, vrucht, wonen, zien

Trefwoorden: bezoeken, ding, dood, geboren, gevoel, helm, leven, lijkstatie, man, nachtverschijnsel, oog, rouwstatie, sterven, toekomende, vertellen, vlies, voorloop, vrouw, wonen, ziek, zien

Trefwoorden: aanhoudend, aarden, antwoord, avond, bedanken, bekend, bekendmaken, bekijken, beloven, berg, boer, bouw, buren, goed, grijze, haar, halen, heide, kabouter, kennen, kind, klein, lopen, lusten, man, manneke, merken, mis, niet, ontmoeting, oud, pijp, praten, raden, recht, ringbaard, roken, schenken, stoppen, tabak, tabaksdoos, thuis, toren, verdwijnen, verhalen, verlangen, verminderen, vernemen, vertellen, verwonderen, vragen, vreemde, werken, wonder, wonen, zeggen, zoveel, zwijgen

Trefwoorden: 5, doodslaan, kracht, man, moord, ploeg, ploegen, sterk, vermoorden, vijf, vragen, werken, wonen, zoeken

Trefwoorden: appel, avond, been, blijken, boerderij, boereplaats, breed, dicht, halen, kelder, knijpen, lusten, maken, man, moordenaar, nachtverblijf, plaats, politie, reizigster, schoot, spreiden, toestaan, vangen, vertrouwen, vragen, vrouw, waarschuwen, weten, wonen, zuster

Trefwoorden: aanbieden, achterblijven, achterlaten, arm, bedelaar, bedrieger, bedroefd, begeren, bekennen, berooid, besluiten, bezit, blazen, boerderij, boom, boos, bos, broer, deftig, dochter, dokter, drie, duur, edelgesteente, erfenis, eten, fluit, fluiten, geld, geloven, genezen, geschenk, goed, goud, grap, groeien, groot, herberg, hoed, hof, jaloers, jonker, kist, klein, kleiner, koets, koning, koningsdochter, kopen, krijgen, krimpen, land, landedelman, leger, lenen, lief, macht, man, mannetje, melden, minzaam, neus, normaal, onderzoeken, onrechtvaardig, ontmoeten, ontvangen, ophangen, overladen, paard, pak, pap, peer, pil, raadplegen, resultaat, ruilen, schat, slapen, snoeplustig, stad, straf, toestaan, tonen, uitkomen, vent, verbannen, verdrieten, verkopen, verlaten, verlieven, verslaan, verstrekken, vervullen, verzoeken, vijand, vragen, vriend, wegjagen, weigeren, wensen, wonen, wreken, zak, zalf, zelfmoord, zenden, zoon, zwaaien

Trefwoorden: aankijken, bezoek, blaffen, dood, draaien, hond, huilen, huis, janken, kant, kijken, kop, man, meisje, ouderdom, overlijden, richting, spookdier, spookhond, sterven, visite, voorspelling, voorteken, waarzeggen, wonen

Trefwoorden: aardappel, aardman, angst, bos, breken, dapperheid, eten, honger, jacht, jagen, koken, leven, man, moed, nieuwsgierigheid, pan, pot, reus, schrik, slaan, soep, thuiskomen, vernielen, verpesten, vlees, vluchten, voedsel, vragen, wegjagen, wonen