De verteller heeft in de oorlog na de hongerwinter gelogeerd op het platteland om aan te sterken. Op de boerderij van de buren was een knecht, die zei dat hij uit Rotterdam kwam. De verteller hoorde meteen dat het een Duitser was. De pastoor dreigde…
De inwoners van Broek hebben als spotnaam de Vinken ("Broeker Vinken schijten dat ze stinken, ze nemen een blad en ze vegen d'r gat"), maar de Zuiderwouders schelden de Broekers uit als Klokkendieven. De Broekers zouden de klok van Zuiderwoude hebben…
Favoriete lectuur van de verteller zijn verhalenbundeltjes in het Westfriese dialect. Hij leest een voorbeeld voor. Een man komt na het biljarten dronken thuis als de koekoeksklok juist drie uur slaat. Om te maskeren dat hij zo laat thuisgekomen is,…
Vroeger was er nog geen dierenarts en moesten de boeren zelf medische handelingen verrichten, zoals aderlaten. Een koe werd adergelaten door met het (ader)laathout op een scherp mesje op de ader te slaan. Zo'n hout heet in het dialect een 'leethout'.…
Een Belg moet naar Engeland, maar spreekt de taal niet. Een vriend verzekert hem dat hij gewoon langzaam zijn eigen taal moet spreken, dan wordt hij overal verstaan. Inderdaad blijken hij en de Engelse taxi-chauffeur elkaar prima te verstaan. Als de…