Wanneer de kinderen tijdens de herfst naar de ambachtsschool in Maastricht gingen, zagen ze 's ochtends altijd een vuurbol naast de Maas. Die vuurbol bestond waarschijnlijk uit een soort wormpjes.
De glimwormpjes die men in de struiken zag, werden door de mensen stalkaarsen genoemd. Men geloofde dat die lichtjes iets met het kwaad te maken hadden.
Een stalkaars was een lichtje dat men in de moerassen zag. Sommige mensen beweerden dat het de zielen van ongedoopte kinderen waren. Volgens anderen waren het wormpjes.
Dwaallichtjes of stalkaarsen waren glimwormpjes die vooral in de buurt van bossen te zien waren. De mensen geloofden dat die lichtjes de zieltjes van ongedoopte kinderen waren. Wanneer men een stalkaars zag, moest men zeggen: "Ik doop u alleen". …
Een man die in Frankrijk hielp met het oogsten van de gerst, kwam 's nachts naar huis. De man zag wel twintig, dertig of veertig lichtjes op de grond. Dat waren glimwormpjes die licht gaven omdat ze fosfor bevatten.
Op een draaiboom bij de 'zure weiden' op de Dries in Wolvertem heeft men ooit een stallicht zien zitten. Men probeerde het licht van de draaiboom te slaan, maar dat lukte niet. In die weiden kon men vaak glimwormpjes zien.
Een vrouw uit Hamont ging op een winteravond samen met haar zoontje overnachten in Beek omdat ze de volgende dag naar de kapel in Opitter wilde gaan. Op de weg naar Beek zagen moeder en kind een grote vuurbol. De vrouw begon bang te bidden. Later…
Een familie uit Merkem zag 's morgens vroeg en 's avonds laat altijd een doodkeers. Wanneer de mensen dichterbij kwamen, was er niets meer te zien. Later vertelde men dat dergelijke lichtjes glimwormen waren.
Dwaallichtjes of doodkaarsen waren lichtjes op het veld, die door het maanlicht weerkaatst werden. De mensen geloofden dat dergelijke lichtjes spoken waren. In werkelijkheid werd het licht veroorzaakt door gassen die ontsnapten uit kadavers. Anderen…
Lichtgevende wormen werden door de mensen 'doodkaarsen' genoemd. Dergelijke wormen zag men meestal 's nachts in de bossen. De mensen waren bang voor doodkaarsen.
Dwaallichtjes die men 's avonds op donkere plaatsen zag, waren zieltjes uit het vagevuur die niet in de hemel geraakten omdat ze doodgeboren waren of om een andere reden ongedoopt waren gestorven. De mensen geloofden dat ze bij het zien van zo'n…
Enkele mensen die dachten dat ze de vuurman hadden gezien, stelden vast dat het glimwormpjes waren.
Bij K. op 't Geneuth had de vuurman zijn hand in de deur gebrand.