In Tongeren woonde een kind dat muizen kon maken. De pastoor heeft het kind dan opnieuw gedoopt en in een instelling geplaatst. Kinderen die muizen konden maken, hadden iets met een heks te maken.
Een moeder die pas een kind had gekregen, ontmoette tijdens het doopfeest een heks die het kind wilde zien. De moeder weigerde. Even later kreeg de heks toch de kans om bij het kind in de buurt te komen. "Kweek nu maar naarstig voort", had de heks…
Mensen uit Krabbos (Dworp) die omstreeks zes uur in de ochtend naar hun werk in Lot gingen, kwamen vaak stalkaarsen tegen. Die lichtjes waren de zieltjes van te vroeg geboren kinderen die ongedoopt waren gestorven. Met die idee in het achterhoofd…
Een hond had een kind een hand afgebeten. Toen het kind gestorven was, gooide de moeder het in een haag. Sindsdien kwam uit de haag altijd een dwaallichtje dat over de straat vloog. Wanneer men zei: "Ik doop u", kwamen er wel duizend dwaallichtjes…
Een man die een dwaallichtje tegenkwam, sprak: "Als je niet gedoopt bent, dan zal ik je dopen". Op dat ogenblik kwamen er talloze lichtjes op de man af, zodat hij 's ochtends dood in het water lag.
Een man uit Rosmeer die terugkwam van de kermis in Hees, zag boven een plas water dwaallichtjes zweven. Dergelijke lichtjes kon men verlossen door te zeggen: "Ik doop u alleen, in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen." Wie dat…
Tijdens de catecheseles zag de pastoor hoe één van de jongens in de kerk muizen maakte. Nadat de pastoor de jongen had gedoopt, kon hij geen muizen meer maken.
De man van een vrouw die zwanger was, ging vaak naar een café in het dorp, waar hij jenever ging drinken. Op een dag kwam de dochter van de cafébazin aan de vrouw vragen of ze meter van het kindje mocht worden. De vrouw was weigerachtig, maar haar…
Dwaallichtjes waren kinderen die na de geboorte waren gestorven en die men in het water had gegooid. Iemand die een dwaallichtje kon dopen, werd in het water getrokken en verdronk.
Dwaallichtjes waren zieltjes van ongedoopte kinderen. Wanneer men een dwaallichtje wilde dopen, moest men zeggen: "In de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes". "Amen" mocht men er niet bij zeggen.
Dwaallichtjes waren de zielen van ongedoopte kinderen. Een man die één dwaallichtje wou dopen, werd in de sloot geduwd door de massa dwaallichtjes die zich ook wilden laten dopen.
Tijdens de catecheseles maakte een jongen in de kerk muizen uit een handvol zand. Na de les moest de jongen naar de sacristie komen. Nadat de pastoor de jongen had gedoopt, kon hij geen muizen meer maken.
Een jongetje kon muisjes maken uit een handvol aarde. Toen de schoolmeester dat zag, stuurde hij de jongen naar de pastoor. Nadat de pastoor het kind opnieuw had gedoopt, kon het geen muizen meer maken.
Een moeder ging met haar kind naar de pastoor om het kind te laten dopen. De pastoor sprak echter tot de vrouw: "Neem je kind terug mee, want vandaag is het geen goede dag om het te dopen. Er bestaat immers een kans dat het kind tot een tovenaar…
Dwaallichtjes konden alleen door bepaalde mensen worden gezien. Het waren zieltjes van ongedoopte kinderen. Een man die bij een beek dwaallichtjes zag, begon de lichtjes te dopen tot ze opeens verdwenen waren.
Een vrouw ging in Ophoven naar de catecheseles. De kinderen stonden in de kerk met elkaar te praten omdat de pastoor er nog niet was. Toen de pastoor binnenkwam, liepen er allemaal muizen op de grond. Eén van de aanwezige meisje beweerde dat zij…
Een man een vrouw brachten hun kindje in een dekentje naar de kerk om het te laten dopen. Toen de mensen in de kerk aankwamen, was het kind plots spoorloos verdwenen. Het kind was bij een heks.
Charel had gezien dat zijn dochtertje muizen kon maken. De pastoor sprak tot Charel: "Ga maar naar de kapelaan, want ik heb daar geen macht meer voor". Nadat de kapelaan wijwater over haar hoofd had gegoten, kon het meisje geen muizen meer maken. …
Een boer en een boerin die hun kind gingen laten dopen, moesten voorbij het huis van een tovenares. Precies op die plaats was het kind plots verdwenen. Het dekentje van het kind lag in de gracht. De tovenares kwam buiten en sprak tot de mensen: "Kom…
Men mocht niet naar dwaallichtjes kijken, want dan kon men verdwalen. Vaak werd men naar het water gelokt omdat de dwaallichtjes gedoopt wilden worden.
Toen S. terugkwam van het café, zag hij bij het water vaak dwaallichtjes zweven. De mensen geloofden dat die lichtjes de zieltjes van ongedoopte kinderen waren. Op een dag doopte de man een dwaallichtje met de woorden: "Ik doop u in de naam van de…
In het jaar 1400 droeg men een gestorven kindje naar het kerkhof. Onze Lieve Vrouw van Sint-Jan maakte het kindje weer levend, zodat het gedoopt kon worden. Toen het kindje gedoopt was, stierf het opnieuw.
De moeder was heel bedroefd geweest…