Als een jongen vroeger in het water van de Zwartvliet wilde, zei zijn oom altijd dat hij niet in dat water moest gaan, omdat er eens iemand in zou verdrinken. Jaren later is er inderdaad iemand in verdronken.
Een man liep eens langs een vrouw met een breed, gouden oorijzer op haar hoofd. Op het moment dat hij haar passeerde, werd hij door haar opgetild en op het land gegooid, over de vaart heen.
Een schipper zag op een bepaalde plek altijd een naakt kindje, en het was duidelijk dat dat kindje een wens had. Hij haalde er een dominee bij en aan hem vertelde het kind zijn wens. De schipper moest naar een dijk in Leeuwarden gaan. Daar zou een…
Een schipper voerde nooit iets uit en leefde er goed van. Hij had zich verkocht aan de duivel. Zo nu en dan hing hij een kous aan een touwtje onder een pijp over de vaart. Daar kreeg hij dan geld in.
Een reus was een vaart aan het graven. Hij rustte even uit tegen de kerktoren en zei: "Hè, moe [warch]". Dat hoorden sommigen, toen kreeg die plek de naam Wargea. Toen schrapte de reus nog wat modder van zijn klompen af, en die twee modderbulten zijn…
Japik Ingberts vroeg aan een politiewagen of hij mee mocht rijden. De agenten waren naar hem op zoek, maar wisten niet hoe hij eruitzag. Bij de Bonkevaart vroeg Japik of hij er even uit mocht, want hij moest pissen. Hij nam een grote aanloop, en…
Twee moffen wilden voor de hooiing naar een boer toe. Na een stukje langs de vaart gelopen te hebben, maakte deze opeens een bocht, en moesten ze ineens de andere kant op. "Ah, krom!", zei de ene. Dat hoorden sommigen, en zij noemden die plaats…
Een man hoorde eens uit het kanaal roepen: "De tijd is verschenen. De man is er niet." Direct daarop viel er een man van zijn paard in het water. Hij is verdronken.
Twee reuzen waren een kanaal aan het graven. Door de hoop modder die ze schepten, konden ze niet zien of het kanaal wel recht werd. Toen er een op de modderhoop sprong, keek hij naar wat ze gegraven hadden en riep hij: "Ah - krom!" Zo kreeg die…
Als arbeiders te veel met elkaar praten, krijgen ze het volgende verhaaltje te horen van de boer:
Er waren eens twee arbeiders, die een kanaal groeven. Ze begonnen elk aan een eind, en groeven zo naar elkaar toe. Toen ze bij elkaar kwamen, begon de…
Vroeger zat in het Westereinder kanaal een meermin. Die maakte 's avonds rare geluiden en was gevaarlijk voor de mensen. Ze hebben hem naar de zee gebracht.
Toen de Walstervaart werd gegraven, gooiden ze telkens de pet een stuk verder. Dan groeven ze het kanaal verder naar de plek waar de pet terecht kwam. Zo is de vaart ontstaan.
De weg vanuit Akkrom naar Aldeboarn is zeer bochtig, zodat de mensen zuchtten: "Ah, krom." Zo is het dorp aan de naam Akkrom gekomen.
Een eind verder kregen de mensen last van vermoeidheid. Omdat de lichamen zo moe waren noemden ze de plaats: Warge…
Jan loopt laatst langs het kanaal, ziet hij een man met zijn hand water uit het kanaal slurpen.
Dus Jan roept: "Stop, dat moet je niet doen: dat water is hartstikke smerig!"
Zegt de man: "Was sagen Sie?"
Zegt Jan: "Sie müssen mit zwei Händen…
Toen een man eens op het veld was, zweefde er een heel klein bruin hondje langs hem. 't Ging op het kanaal af. De man vroeg wat het hondje wilde, maar het beestje verdween in het water. Precies drie weken later overkwam de vader van de man hetzelfde.…
Ergens stond een kasteel, waar nooit iemand kon inkomen. Binnen zou er veel geld liggen. Er waren drie grachten om dat kasteel heen, met elk een bruggetje. Maar niemand durfde eroverheen, want op elk bruggetje zat een raar ding. Toen was er eens een…