Langs de oude Rummenweg was een plaats die 'aan de leugeneer' werd genoemd. De Rummenweg was vroeger een Romeinse verkeersweg en 'leugeneer' was een ander woord voor 'Romeinse paal'. Later werden de mensen die bij die weg woonden 'de Leugeneers'…
Een steen met inscriptie wordt afgeleverd bij een lokale historicus. Op de voorkant staat "Venloo" en op de achterkant "MDXLIII" oftewel 1543. Het lettertype is echter geenszins 16e-eeuws, maar tamelijk modern.
Een Duits leger verovert een dorpje, waarvan na de bloedige veldslag nog maar één huis overeind is blijven staan. De generaal wil de overwinning aan de keizer berichten, maar weten niet hoe het dorp heet. Een officier bedenkt om vanwege het 'Einig…
Enkele spotnamen voor de bewoners van Monnikenree, een bloeiend scheepvaartstadje dat in de zestiende eeuw door het verslijken van het Zwin teniet is gegaan. De geslachtsnaam "Van Muenickenree" heeft echter de plaatsnaam overleeft.
De naam van Wargea wordt als volgt verklaard : twee reuzen hadden een hele dag ijverig aan het graven geweest. Moe van de inspanning namen ze even pauze. Ze legden hun handen op de kerk en een zei : "Oh warch, oh warch, oh warch ! " Mensen uit de…
De Kabouterberg in het Kempense dorp Gelrode bevat holen die ooit bewoond zijn door hoogst hulpvaardige kabouters. De molenaar maakte gebruik van hun diensten in ruil voor een boterham en een glas bier.
Een man zei over de kerk die in het Paddemoes stond: 'Naar de ligging van de kerk zijn de ornamenten goed geschikt, want de kerk staat in het Paddemoes en de ornamenten zijn kluiten en rozen.
Een dief kwam door een dorp en de mensen riepen: "Grijp 'm!" Zo kreeg dat dorp de naam Garijp. In het volgende dorp zaten ze hem dicht op de hielen en ze riepen: "Wij hebben hem bijna [samar]." Zo kreeg dat dorp de naam Suameer [Sumar]. In het…
In de tijd dat Oorschot nog geen naam had, zat daar niet een haan op de toren maar een varken. Een scherpschutter zou op het dier schieten, en naar dat schot zou de stad genoemd worden. De man schoot dwars door de staart van het varken, maar…
Een schipper kwam aan het begin van de winter vast te liggen in het ijs. Het vriezen hield lang aan en de schipper zei dat hij al 18 weken tot zijn schade [miner skea] op dezelfde plek lag. Toen kreeg die plek de naam Minnertsgea.
Een reus stond tijdens het baggeren al een hele tijd krom. Toen hij weer rechtop ging staan, deed zijn rug pijn, en hij zei: "Ah...krom!" Sindsdien heet die plek Akkrom. (Ander verhaal: Twee reuzen waren een kanaal aan het graven. Toen de ene omkeek,…
Twee reuzen leunden eens tegen een kerktoren, die het onder dat gewicht begaf. De plek kreeg toen de naam Britsum [gebroken]. Een andere toren bleef wel staan toen ze ertegenaan leunden, en die plek kreeg de naam Augustinus [Stiens].
Het paard van Bonifatius had eens dorst. Het begon met zijn voorste poten te klauwen, en toen ontdekte het een bron. Die plek is later de Bonifatiusput gaan heten.