Een schoenmaker die op de Malheide woonde, deed veel voorspellingen. Zo voorspelde de man bijvoorbeeld dat er koetsen door de lucht zouden vliegen, dat de vrouwen het uitzicht van hun haar zouden veranderen, dat er karren zonder paarden zonden rijden…
In het kasteel van Horst woonde een man die zijn zieke echtgenote naar het hospitaal had gebracht en een minnares had, die bij hem woonde. Toen de man aan de pastoor opbiechtte dat hij bij zijn minnares had geslapen, werd de pastoor boos. Uit wraak…
Rond de schans reed elke avond een paardenkoets rond met een heer die helemaal in het zwart was gekleed. Men geloofde dat het de vorige eigenaar was, die net was overleden.
In Westrozebeke woonde een voerman die een koets bezat. Met Pasen kwamen enkele kinderen aan de voerman vragen of hij hun moeder naar de kerk wilde brengen, omdat die niet meer goed kon lopen. De voerman zetten de moeder in de koets en sloot de…
Langs de oude hoeve woonde een man die was verdronken nadat hij met zijn kar in een vijver was gereden. 's Nachts kwam de man spoken in een gouden koets met vier paarden. Om middernacht verdween hij weer in de vijver.
Een gezin dat met een pasgedoopt kind in een koets naar huis reed, werd het slachtoffer van een tovenares die de koets deed omvallen. Het kindje lag in de gracht en was merkwaardig genoeg ongedeerd.
Rond het kasteel van Rijkhoven zag men vaak een zwarte koets rijden, waarin een heer zat. De koetsen werden altijd heel snel leeggemaakt en weer volgeladen.
In een bos in Lichtervelde vertoefde een ridder die voorbijrijdende koetsen overviel. De ridder was verliefd op een meisje dat in het kasteel woonde met haar oude vader. Toen het meisje wilde dat de ridder met haar trouwde, weigerde deze laatste…
Rond het kasteel van Oostrozebeke reden 's nachts spookkoetsen waarin enkele heren en een mooie dame zaten. Iedere koets werd getrokken door vier paarden.
De kasteelheer en zijn knecht waren met een witte koets met twee paarden gaan jagen in Munsterbilzen. Op de terugweg zagen ze bij de slagboom een witte non staan. De non kwam naar hen toe door de Boskee. Even later was ze verdwenen.
Bij de Vingerlienkput verdwenen vaak mensen. Ooit is in die put zelfs een koets met een dame en een heer verdwenen. Men had die paarden op geen enkele manier kunnen tegenhouden. De mensen vertelden dat die put geen bodem had. Later heeft men huizen…
Een koetsier uit het Nederlandse Houthem had enkele mensen naar een feest in Maastricht moeten brengen. Toen de koetsier door een dal naar huis reed, bleven de paarden plots stilstaan. De man stapte uit en ging kijken wat er aan de hand was. Vóór…
In Piringen reed 's avonds altijd een vreemde man rond in een koets met zes paarden. Wanneer men de man iets vroeg, antwoordde hij: "De nacht is voor mij". Men geloofde dat die man de duivel was.
Een knecht bracht met de paardenkar een kasteelheer thuis. Toen onderweg een hevig onweer losbarstte, sprak de knecht tot de kasteelheer: "Met Gods wil zullen we wel thuis geraken". Daarop zei de kasteelheer: "Met Gods wil of niet, we moeten er…
Rond de Dameruskapel reed altijd een zwarte koets met twee zwarte paarden. Hoewel er niemand in de koets zat, was er toch iemand die de teugels vasthield.
Een vader wiens zoon nergens voor deugde, had al vaak gezegd: "Jij moet hier weg! Zelfs al moet ik je aan de duivel verkopen!" Toen de vader op een dag met zijn zoon door een holle weg wandelde, stopte er een koets naast hen. In de koets zat een…
Een geleerde man uit Houthalen verscheen twee dagen na zijn dood aan zijn bureau, waar hij in zijn papieren zat te snuffelen. De weduwe vertelde aan de pastoor wat ze had gezien. De volgende week reed de dode om middernacht in een gloeiende koets…
Omdat de oude Fien al een jaar verlamd was, bracht men haar in een koets naar een tovenaar in Vlijtingen. Na enkele ogenblikken bij de man te zijn geweest, wandelde Fien kerngezond naar buiten. De tovenaar had slechts even bij de koets gestaan en…
De mensen geloofden dat er een gouden koets verborgen lag in een bergje in Paal. Ooit hadden enkele mensen in dat bergje een gang gegraven om die koets te vinden.
De wilde jacht was een koets met twaalf witte paarden, die door de lucht vloog met veel licht en muziek. Waar de wilde jacht voorbijvloog, waaiden alle ramen open.