Een kasteelheer uit Kanne ging 's zondags niet naar de kerk. Hij reed liever per koets met zijn dochters naar Maastricht. Onderweg brak er echter een hevig onweer los. Door een grondverzakking werden de paardenkoets en de inzittenden onder de…
Een gezin dat 's ochtends weg zou gaan met een paardenkoets, werd vroeg in de ochtend wakker door paardengetrappel. De moeder sprak: "Pier, sta op, want we zijn te laat! Koob is al hier." Ze hoorden duidelijk een paard lopen en zagen zelfs een…
De overgrootvader van de eerste graaf kwam spoken in het kasteel van Boekhout. Om middernacht verscheen er een koets met twee zwarte paarden, die vurige ogen hadden en incarnaties van de duivel waren. In de koets zat het spook van de graaf. Geen…
Een diepe bron in Herten werd vroeger bewaakt door een draak, waarvoor iedereen doodsbang was. Daarom werd die bron de Drakenbron genoemd. Op een dag kwam een paardenkoets met vier paarden te kort bij de bron, zodat de draak de koets in de bron…
Op het Diesveld in Otegem stond vroeger een kasteel dat eigendom was van de familie Van Otto. Die familie heeft Otegem zijn naam gegeven.
Om middernacht reed er altijd een dame met een koets met zes paarden naar dat kasteel. De ophaalbrug ging…
In Hazebroek woonde een vrouw die haar kind verwenst had met de woorden: "Ik ga je verkopen, ook al is het aan de duivel!" De volgende dag werd het kind in het bos opgehaald door een in het zwart geklede heer die met een koets reed die getrokken werd…
In een kelder stond een koffer waarop een groot beest zat. Niemand durfde in de buurt van die koffer te komen. 's Nachts kwamen de ridderheren (Tempeliers) in koetsen aangereden. Ze waren in goud en zilver gekleed en ze verdwenen om klokslag…
Op zondag kwamen de rijke heren met hun dochters in een koets terug van de mis. Op een dag had een bokkenrijder zich met een varkensblaas vol bloed onder de koets verstopt. Toen de heer thuiskwam, sprong de bebloede bokkenrijder tevoorschijn,…
Louis W. zag uit de kelders van het kasteel een koets komen, die naar Wasseven reed. Die nacht was Louis zo geschrokken dat hij niet meer thuis raakte.
In Oostduinkerke was een put die men niet kon vullen. In die bodemloze put is ooit een koets met een dame verzonken. Er is ook een pastoor in verdronken.
Elk jaar kwam de graaf van Bovelingen in de herfst spoken in de buurt van het kasteel. Wanneer het onweerde, vlogen de ramen en deuren van het kasteel open. De graaf reed dan met vurige ogen rond in een brandende koets met zwarte paarden. De graaf…
Een boer uit Oostduinkerke sprak onderweg tot zijn reisgezel: "Met Gods wil zijn we bijna op onze bestemming". Daarop sprak de andere:"Zonder Gods wil zullen we er ook geraken!" Het volgende ogenblik zakte de koets in de grond.
Een man die samen met de Witte van Kesselt naar Maastricht ging, zag bij de Pannepoel een koets met twee schimmels aankomen. In de koets zaten vier grote kerels die aan de Witte een boekje gaven. De man kon dat boekje niet meer kwijtraken. Zijn…
Drossaard Clerckx reed met zijn paardenkoets naar de misdadigers om hen te straffen. Na zijn dood werd de geest van de drossaard met kettingen verbannen naar een brug over de Nete.
De pastoor had aan een ongehuwd meisje een huwelijkskandidaat voorgesteld. Het meisje wilde echter niet met de jongen trouwen en ze werd ziek. Op haar ziekbed zag het meisje de hele tijd koetsen vol mooie mannen die naar een trouwfeest reden. Het was…
De drossaard die op het Hobos woonde, was berucht om zijn strengheid. In de kelder van zijn huis sloot de drossaard vaak mensen op, om ze daarna te laten ophangen. Een moeder wiens zoon altijd ongehoorzaam was, ging naar de drossaard en zei:…
Vroeger moesten de kinderen op donderdagnamiddag niet naar school. Een jongen wiens moeder op donderdag moest werken, kreeg altijd te horen: “Loop niet op straat, want er zijn mensen die met een koets rondkomen, waarin een kuip staat om de kinderen…
a) In Oostrozebeke was een kasteel verzonken. De vroegere kasteelheer keerde daar vaak terug. Omstreeks middernacht vlogen de kasteelpoorten open en reden er koetsen met dames en heren rond.
b) Op het kasteel werkte een paardenknecht die vaak…
Een koetsier die een boerin naar huis bracht, sprak onderweg: "Als het God belieft, dan zijn we er!" Daarop antwoordde de boerin: "Als het God niet belieft, dan zijn we er ook!" Daarop zakte de koets met paard en kar in de grond. De koetsier heeft…