Omdat Cilis geen weerwolf meer wilde zijn, ging hij bij de bruine paters van Maastricht te rade. Cilis moest het boekje dat hij van de duivel had gekregen, aan een lange stok binden en dan zonder om te kijken naar alle dorpen gaan, waar hij ooit als…
Langs de schuur van D. reed altijd een koets met twee gloeiende paarden. D. , wiens dieren allemaal stierven, stelde vast dat het vaak leek alsof zijn schuur in brand stond. Toen D. de schuur had afgebroken, verscheen de koets niet meer.
Een vrouw zag 's nachts door haar raam een koets met de overleden veearts van Markegem door de lucht zweven. Dat heeft veertien dagen geduurd. De mensen gingen allemaal hij hun raam staan om het te zien.
Een winkelier die op een trapladdertje voor de deur stond, zag door het raam een koets heen en weer. De man had een rover in de koets zien stappen en schoot met zijn geweer naar het rijtuig. Daarna sloegen de rovers op de vlucht. De volgende nacht…
Op de boerderij van de witheren in Stavele ging 's nachts de poort vanzelf open. Men hoorde een geruis en vervolgens reed er een goude koets met enkele paarden naar buiten. 's Ochtends was de koets weer binnen.
In de Bangkoel, een kuil naast de Maas in Uikhoven, zou vroeger een koets met twee paarden zijn verzonken. Men heeft de koets nooit meer teruggevonden.
Vroeger kwamen de bruine paters van het klooster van Dendermonde bij de boeren aardappelen halen. Op een dag kwam een pater bij een vrouw die bezig was met een petroleumlamp. Het zoontje van de vrouw keek toe en legde uit dat zijn moeder bang was…
Een veearts die met paard en kar onderweg was, werd door drie rovers aangevallen. De veearts betoverde de rovers zodat ze tot de volgende dag aan de koets vastgeplakt waren.
's Nachts reed er een juffrouw in een wit zijden kleed met een zwarte koets en twee witte paarden door de kasteeldreef. Wanneer de juffrouw bij de kasteelhoeve kwam, gingen de poorten vanzelf open.
Langs de Maas waren verschillende kuilen, waarvan één de 'bangkoel' werd genoemd. Enkele eeuwen geleden zou in die kuil een koets van een adellijke heer zijn verzonken. De kuil was zo diep dat men de koets nooit meer heeft teruggevonden.
De pastoor van Beek was met de koets naar Maaseik gereden om een bezoek te brengen aan de deken. Omdat het bezoek langer had geduurd dan verwacht, zei de voerman bij het vertrek: "Zet je maar met je rug tegen die van mij, meneer pastoor!" Toen de…
Tovenaar Herme moest op een nacht naar een kruispunt bij het Veldschip komen. Er verscheen dan een brandende koets met vier zwarte paarden. Herme moest met de koets meerijden tot aan de Brede Kapel. Als hij achterom durfde te kijken, zou de duivel…
Enkele mensen die te voet naar Tongeren gingen, zagen bij herberg 'Het Witte Paard' een koets staan. De koets bleef altijd voor die herberg stilstaan, terwijl de voorbijgangers de indruk hadden dat ze snel reed. Het waren geesten die geen rust…
In Stein en in Geulle waren de bokkenrijders actief. Velen onder hen waren voorname personen. Op een avond moest een man voor een zwangere vrouw de dokter gaan halen. De man was op zijn hoede en sloeg in een holle weg een bokkerijder neer. Daarop…
Op de Singelberg stond vroeger een kasteel. Men kan op die plaats nog steeds een grote hoop stenen zien liggen. De mensen die op de Singelberg woonden, gingen met gouden koetsen en paarden met gouden hoefijzers naar de kerk langs een onderaardse gang…
Bij de Glazeren Trap (?) in Elen woonde een heks. 's Avonds ging de heks weg met de woorden: "Ik moet weg vanavond. Er wachten twee heren in een koets op mij".
Een vrouw uit Leke was op weg naar Brugge. Een boer met een koets, stelde voor om de vrouw te laten meerijden. De vrouw weigerde echter. Toen de boer in Brugge aankwam, zag hij de vrouw daar al lopen.
Een man die met een koets terugkwam van Holland, was een grote kist met geld kwijtgeraakt. De man sprak tot een vrouw die in de buurt gras aan het maaien was: "Vrouw, als jij het geld gevonden hebt, geef het me dan alstublieft terug. Als ik zo in…
Toen de koetsier de baron van Balenwezel in Herentals moest gaan ophalen, dansten er de hele weg door de bossen spoken rond de koets. De volgende dag waren de paarden doodziek.
Thijs K. ging in het Watelersveld op hazenjacht. Na een tijdje zag Thijs plots een koets met twee zwarte paarden van de Geisterse brug komen. Uit de koets stapten drie zwarte heren die witte kleren droegen. De heren kwamen naar de dodelijk…