van dinsdag 29 mei 1962 t/m donderdag 07 juni 1962
Hij ging ook een keer bonen doppen. Je had vroeger van die plassen met riet, een halve hectare. Daar stond een plaggenhut bij, een meter hoog en twee meter in de omtrek. Er zaten een paar schietgaten aan de waterkant en aan de andere kant een rond…
Iemand is van de toren bij de katholieke begraafplaats gevallen. Het spookt er, en de bloedplas ligt er nog. De vertelster zegt een rijmgedicht op, waarin de volgende zaken aan bod komen: de barbier die zich bij de borrel verstopt als zijn vrouw…
Per ongeluk komt de gloeiige door de schoorsteen in de kamer, waar de pastoor zijn preek aan het voorbereiden is. Hij doet de voordeur open. De gloeiige vlucht door de voordeur naar een meer, gevolgd door de pastoor, die hem beveelt zich in het meer…
Het Witte Wijf met de zeegroene haren komt dagelijks over het water. Zij behoedt schepen voor de woedende zee en op haar bevel kunnen Wadden droog komen te liggen.
Rijke handelaar bedriegt om nog meer te bezitten. Hij heeft een moeilijk sterfbed, waarbij de pater zo hard voor hem bidt dat het zweet in een plas voor zijn bed ligt. De duivel zou in de gedaante van een hond aanwezig zijn geweest.
Verteller bezoekt een opera en gaat in de pauze naar het toilet. Hij vertelt tegen een man, die voor een urinoir staat, dat het een zwaar stuk is. De man antwoordt dat de verteller voor zich moet kijken.
Er is een keer een man met koets en paarden in een kolk gereden en verdronken. De Kommur Kolk wordt ook wel de Bottema Kolk genoemd, omdat de gemeentesecretaris Bottema er een keer in is gereden.
De dochter van de verteller moest op krukken lopen. Marietje Luikens streek er over, en binnen de kortste keren was het kind van haar krukken af. Ook een van haar zonen werd genezen van bedplassen. Daarnaast genas de vrouw baby's uit het ziekenhuis.
Een broodbezorger bezorgt het brood zeer netjes. Hij gebruikt een tang. Als een vrouw vraagt hoe hij dan naar het toilet gaat, antwoordt hij dat hij daarvoor ook de tang gebruikt. Sindsdien neemt het aantal klanten van de bakker gestaag af.
Pastoor nodigt een man uit mee te rijden in zijn koets. Als hij ontdekt dat de man geitenpoten heeft zegt de pastoor dat de man mag blijven zitten als hij goede bedoelingen heeft, maar als hij de duivel is moet vertrekken. De man stapt uit, waarbij…
Marietje Luikens kan mensen genezen door te strijken. Zo geneest zij nog steeds puisten en wratten, en ook de kleinzoon van de vertelster werd van bedplassen genezen. Ook haar vader had deze gaven. Iedereen in Sellingen kent de vrouw.
Een vrouw was ziek en moest in een potje plassen om het door de dokter te laten onderzoeken. Het potje was alleen te klein en ze vroeg om een weckfles. De fles werd naar de dokter gebracht met de boodschap dat deze wel teruggebracht moest worden…