Duitse schapers deden de mensen nooit kwaad. Ze kwamen van Duitsland en trokken met hun schapen van de ene boerderij naar de andere. Die schaapherders uit Duitsland zag men overal graag komen.
De alvermannetjes kwamen 's nachts de schoenen en de kleren van de mensen herstellen. Alvermannetjes en kabouters waren een rondtrekkend volk zoals de zigeuners.
Een handelaarster vraagt een boer om onderdak voor de nacht. De boer biedt de vrouw een slaapplaats in het hooi aan maar waarschuwt haar voor de mannen die daar slapen: de mannen zouden wellicht wat van haar willen. De vrouw zegt dat dit niet erg is…
Vroeger trokken er sterke beulen door het land. Omdat zij vaak niet tevreden waren of het niet naar hun zin was, verplaatsen zij voorwerpen of haalden zij deze weg.
De derde nacht voor iemand sterft trekt een lijkstoet rond. Iemand die in die nacht langs een mispelbos komt krijgt een harde klap van een onzichtbare hand, van de mispelman.
Anansi wilde niet dat er iemand slimmer was dan hij. Daarom trok hij de wereld in en kocht hij bij verschillende personen slimheid. Deze verzamelde hij in zijn kalebas-mandje. Bij thuiskomst wilde hij deze in de katoenboom kankantri verstoppen, maar…
Een scharesliep trekt al 'Scharesliep!' roepend rond. Als hij op een keer net 'Schaaare...' heeft uitgesproken, zakt hij door een wak in het ijs. Als hij in een andere plaats weer bovenkomt, roept hij 'sliep!'.
Ymke de Jong trok graag al goochelend en buiksprekend rond door Friesland. Op een keer zat hij met wat jongens op een boot. Hij liet een gulden van een van de jongens in een kier vallen. Hij vroeg of hij hem mocht houden als hij hem eruit zou…
Een bakker besluit zijn drie zonen de wijde wereld in te sturen. Degene die na een jaar met het meeste geld terugkomt mag de bakkerij hebben. Elk van hen gaat een kant uit. De oudste van de drie vindt al snel werk waarmee hij veel verdient. De…