Vroeger zag men vaak vuurbollen door de lucht vliegen. Er waren ook grote, lange sterren, die vijf à zes keer ronddraaiden. In die sterren zaten mensen die waren gestorven.
Een man die met zijn vader naar Waremme ging, zag een regen van sterren. Een lichtje dat de hele tijd aan en uit ging, liet vonken vallen, die in de lucht bleven zweven.
Een meisje leerde van haar vader dat er verschillende soorten sterren aan de hemel stonden. Naast de Mariasterren vond men bijvoorbeeld de zevensterren en de wagenster. Op een dag zagen ze echter een ster met een staart. Een dergelijke ster werd…
Tijdens de winter van 1914 zag men 's avonds altijd een ster met een lange staart in de lucht. De mensen geloofden dat die ster een voorteken van de oorlog was.
Als er ergens een uil op het dak zat, die schreeuwde: "Dood, dood!", dan zou in dat huis…
In de Grimmingenstraat in Beert was een put waarin men stro zette, waarmee manden werden gevlochten. Wanneer de mensen in de buurt van die put een staartster zagen, waren ze bang.
Toen Stinus terugkwam van het Kamp, zag hij in de beek iets bewegen, dat een fluitend geluid maakte. De verschijning, die op een ster leek, ging onder de brug door in de richting van Beringen.
Omstreeks 1514 vond een herder uit Zichem in een gekruiste eik in Scherpenheuvel een kapelletje. Op een dag nam de man het Mariabeeld uit de boom en stak het in een zak. Toen de man met het beeld wilde vertrekken, werd het echter zo zwaar dat hij…
In 1913 zag een man aan de hemel een ster met een bijzonder lange staart. De man maakte ook een zonsverduistering mee, waardoor de kippen 's middags gingen slapen. Dat waren allemaal voortekens van de oorlog die zou komen.
Vroeger maakte men de kinderen uit Buizingen bang met verhalen over de ster met de staart. Die ster strafte de kinderen die overdag stout waren geweest en 's avonds geen berouw hadden.
Een man die in de verte een stallicht zag, wees naar de verschijning. Daarop kwam het licht naar hem toe. De man vluchtte weg en sloot zich op in zijn huis.
Stallichten waren wellicht vaak sterren of de maneschijn.
Stallichten of glimwormpjes verschenen in het donker boven een meer of boven een stinkende put. De mensen geloofden dat dat dwaallichtjes waren. Dat waren rondzwevende zielen uit de hel of uit het vagevuur. Ook een vallende ster werd door de…
Doodkaarsen waren sterren die uit de grond kwamen en tot in de bomen zweefden. Een man die op een avond zo'n doodkaars had gezien, ging de volgende ochtend terug naar die plaats. Op de grond was merkwaardig genoeg een laag schuim te zien.
Op een dag zag men in Harelbeke sterren op een grote boom. Een man sprak tot zijn knechten: "Jullie moeten eens wenken naar die sterren". Toen één van de knechten dat had gedaan, kwam de ster aangevlogen. De knecht vluchtte naar binnen en de ster…
Op een dag zag een man tientallen vuurbollen ter grootte van een voetbal voorbijvliegen. Vuurbollen waren vallende sterren die de aarde nog niet hadden bereikt.
De vuurman achtervolgde iedereen die naar hem floot.
De eeuwige kruier was een ster die zo'n zeven meter boven de duinen hing. Sommige mensen waren bang voor de eeuwige kruier. Er waren mensen volgens wie de eeuwige kruier altijd riep: "Hoe dieper, hoe meer!"
Een boer die weduwnaar was geworden, zag iedere avond ter hoogte van de bomen een doodskaars zweven. Het leek wel een ster. Na een tijdje verscheen de doodskaars niet meer.