Mensen hoorden bij een brug eens een stem uit de vaart zeggen: "De tijd is verstreken, en de man is er niet." Meteen daarna is er een man in een kolk verdronken.
Een man die veel vloekt, hoort 's nachts dat hij wordt achtervolgd door een kar of een wagen. Hij slaat op de vlucht en wordt achtereenvolgens over een sloot, over prikkeldraad en over een hek gesmeten. Dat was de duivel die hem had thuisgebracht.…
Twee poepen dachten eens een kaas in het water te zien, maar in werkelijkheid was het de weerspiegeling van de maan. De een hield de ander vast, maar juist op het moment dat deze de kaas wilde grijpen, spoog de ander even in zijn handen. Beiden…
Een koetsier van een paardentram staat bekend om zijn onvoorzichtige, ruwe rijstijl. Als een van de twee paarden tijdens een rit sterft, is de snelheid zo groot dat het dode dier aan de zijde van het andere paard zou zijn blijven doorrennen.
Een stel mensen hoort een stem uit de vaart 'De tijd is gekomen, maar de man is er niet' zeggen. Het is een voorbode van een op handen zijnde verdrinkingsdood: een man op een paard rijdt het water in en komt om.
Een aantal mensen hoort een stem uit de vaart 'De tijd is er wel, de man is er niet' zeggen. Het is een voorbode van een op handen zijnde verdrinkingsdood: kort daarop raakt een man te paard te water.
Een dronken spotter pocht wel eens oog in oog met de duivel te willen staan. Prompt wordt de dronkelap samen met zijn makkers door de duivel gegrepen en over de vaart gesmeten.
Een schaatser die verschrikkelijk hard kan rijden, geraakt in een wak. Door de enorme vaart die hij heeft, wordt zijn hoofd door de scherpe kant van het ijs afgesneden. Zijn hoofd glijdt vervolgens over het ijs verder; zijn romp glijdt onder het ijs…
Een boerenmeid had de gewoonte om 's nachts het huis te schrobben en te boenen. Om het water uit de vaart te halen, hield ze zich altijd aan een boom vast. De knecht wilde de meid die rare fratsen wel eens afleren, en zaagde op een avond in het…
Als een jongen vroeger in het water van de Zwartvliet wilde, zei zijn oom altijd dat hij niet in dat water moest gaan, omdat er eens iemand in zou verdrinken. Jaren later is er inderdaad iemand in verdronken.
Een man liep eens langs een vrouw met een breed, gouden oorijzer op haar hoofd. Op het moment dat hij haar passeerde, werd hij door haar opgetild en op het land gegooid, over de vaart heen.