Een man bad soms een Onzevader op zijn eigen manier:
"O vader, die in de hoogte zweeft, gij die alles weet, gij die eeuwig leeft, gij die de hemel en aarde hebt gebouwd en weet wat dat kost voor zijn onderhoud, ik bid niet om het goed dat mij ten…
Een grapjas liep met een kapmantel achter een vrouw. Die vrouw was ervan overtuigd dat ze door Kludde met zijn keet werd achtervolgd, en vluchtte snel weg. Soms gebeurde het ook dat een grapjas een laken over zijn hoofd gooide en zich dan door een…
Wanneer de mensen op zondag gingen kaarten, gebeurde het vaak dat ze Kludde met zijn keet hoorden. In werkelijkheid was de verschijning van Kludde het werk van een grapjas.
Een man die in het donker naar huis wandelde, werd besprongen door een grapjes die zich voordeed als Klerre met zijn keet. De man heeft de grapjas naar huis moeten dragen.
Een grapjas die een laken over zich heen had gegooid, liep de hele tijd heen en weer vóór het raam van een man. De man was zo bang dat hij het hoofd van de spokende grapjas in tweeën hakte.
In de Beringenstraat zat een grapjas met een laken over zijn hoofd te wachten tot een oude man daar voorbij zou komen. Toen de man de verschijning zag, zei hij: "Is het de duivel, dan loopt hij weg. Is het de duivel niet, dan sla ik hem dood". De…
Een man die in Limbos (gehucht van Meise) woonde, werd op zijn weg naar huis plots besprongen door een dronken grapjas met een rammelende ketting. Verschrikt riep de man: "Oei, oei, oei, kledde!" De man liep zo snel mogelijk naar het dichtstbijzijnde…
Vroeger gebeurde het vaak dat jonge kerels een kaars in een uitgeholde raap zetten, en die raap op een stok vastmaakten. Wanneer zo'n stok op de hoek van een straat werd gezet, geloofden de mensen vaak dat ze een stallicht zagen.
Twee mannen reden op een avond bij schemerdonker met een oude fiets naar huis. Wanneer de mensen de fietsbel hoorden, openden ze hun deuren omdat ze geloofden dat er een berechting was. Ze knielden dan tot ze de twee mannen zagen en riepen: "Jullie…
Een muzikant ging 's avonds altijd met zijn mandoline over een afgelegen weg naar huis. Twee grapjassen hadden besloten om de man een keer te doen schrikken. De mannen hadden een laken over hun hoofd getrokken en lieten zich op de weg rollen zodra…
De dominee was een grapjas. Hij had eens een kattenstaart aan zijn pruik vastgebonden. Onder het preken schudde die de hele tijd heen en weer. De mensen achter hem lagen slap van de lach, maar de mensen voor hem zagen de staart niet en waren zo…
Een man was dronken en viel met zijn nieuwe kleren in de modder. Hij was bang dat het niet goed schoongemaakt zou worden en gaf de kleren als onderpand voor een lening, waar ze door de lommerd keurig netjes schoon gemaakt werden. Een paar dagen later…
Gezelschap ziet 's avonds een vrouw met loshangend haar aankomen. Ze zwijgt als één van de mannen haar iets vraagt en zweeft weg. Het is een vrouw die ooit is vermoord, en nu rondspookt.
Lytse van Kammen is een grapjas en als de nieuwe dominee hem voorbij fietst zonder wat te zeggen, zegt Lytse hem af te stappen en vraagt of de man wat zei. De dominee ontkent dit en Kammen zegt dat hij dat al dacht.
Knecht Jehannes werkt bij boer Folkert. De vrouw van de boer roept haar man altijd als zij koffie gezet heeft. Op een dag komt Folkert niet, terwijl zijn vrouw hem wel heeft horen antwoorden. Jehannes - de grapjas - heeft hen voor het lapje gehouden…