Nolleke V.G. was de leider van een dievenbende. Op een dag had de bende ergens een dreigbrief gelegd, waarin een bepaalde som geld werd geëist. Als de mensen weigerden het geld te geven, dan zou hun huis in brand worden gestoken. De mensen legden…
Bij de Deebièk vond men een stokje met daarop een brandbrief van de bokkenrijders. Op het weggetje van Heppeneert naar Wurfel moest men een bepaalde som geld leggen. Toen het geld op de afgesproken plaats lag, kroop een man in een boomstronk langs…
Nolleke van G. was lid van de bokkenrijders. Toen men naar Nolleke op zoek was om hem te arresteren, vluchtte hij langs een raam naar buiten. Die nacht verschool de bokkerijder zich in lijnwaad dat op de heide lag. Ter hoogte van Opbicht is…
Bij de schoonouders van Fien, die tussen Kotem en Boorsem woonden, hadden de bokkenrijders een brandbrief aan de deur gehangen. Als de mensen niet wilden dat hun huis in brand werd gestoken, moesten ze op een bepaalde plaats een som geld leggen. …
De bokkenrijders hadden een kruiwagen waarop een mens zich onder een ton verborgen hield. Als de bokkenrijders geld nodig hadden, dan legden ze ergens een dreigbrief waarin ze aankondigden het huis van een boer in brand te zullen steken als de boer…
Een meisje werkte als meid op een boerderij in de Bredestraat in Putte. In die boerderij was een kelder met een bornput. Toen de boer en de boerin op een zondagochtend naar de mis waren, kwamen er enkele jongemannen van achttien of negentien jaar op…
De bokkenrijders waren rovers die actief waren omstreeks 1700. De rovers, die hoofdzakelijk in Wellen verbleven, reden rond op een bok die de incarnatie van de duivel was. In 1773 heeft de drossaard van Alken de bokkenrijders laten executeren in de…
Een zekere P. had in dienst van de bokkenrijders een brandbrief neergelegd op een klein paadje. De mensen moesten op die plaats dan een som geld neerleggen. Vervolgens werd het geld opgehaald door een man die zich verborg in een bodemloze kist op…
Verteller had brandbrieven en als iemand brandwonden had, mocht diegene dat briefje overschrijven en dan hielp dat ertegen. Als iemand zelf niet kon schrijven, moest iemand uit de familie het doen.
Het Clarissenconvent in Megen ontvangt een aantal brandbrieven. Dan krijgen de zusters een Mariabeeldje uit Boedapest. Vanaf dat moment komen er geen brandbrieven meer binnen.
Japik Ingberts chanteert een rijke veenbaas: hij moet geld achterlaten om brand te voorkomen. Vier man waken in de buurt van het geld. Ze herkennen de rover niet als hij met een sjees komt, het paard aait en in de buurt gaat poepen. Ze blijven de…