In een geul in de duinen liep altijd iemand rond die riep: "Waar moet ik dat zetten? Waar moet ik dat zetten?" Toen een voorbijganger antwoordde: "Zet het terug waar je het gehaald hebt", was de dode verlost.
Ter gelegenheid van de kermis in Bekegem, brachten enkele mensen met een kar een orgel naar het dorp. Toen de kar vastzat in het zand, groef de pastoor een klein geultje en zei dan: "Vooruit, rijd maar". De kar kwam zonder problemen in beweging.…
De waterduivel was een man met een ketting, die altijd onder een geul zat. Wanneer de kinderen 's avonds voorbij zo'n geul moesten, hielden ze elkaars hand stevig vast omdat ze doodsbang waren.
De schrijver van de tekst beschrijft het landschap tussen Goeree en Voorne. Vroeger was dit een vruchtbaar gebied, sporen hiervan zijn nog terug te vinden. De overstroming van het gebied werd veroorzaakt door een schaapsherder. Deze herder groef met…
Neeltje ging op oudejaarsdag naar Dalfsen en liep ondanks een waarschuwing niet om, maar over de Lemelerberg heen. De volgende dag was zij nog niet aangekomen en er werd een zoekactie op touw gezet. In de sneeuw waren sporen van een wolf te zien, en…
In het Solsche Gat zit een geul waar vroeger een klooster heeft gestaan. Het klooster is, samen met de monniken, weggezakt in het moeras. Om twaalf uur 's nachts hoor je nog altijd de klokken van het klooster luiden en zie je een monnik voorbij…
Dominee wil zich overtuigen dat op een plek te horen is dat de tijd en de man er zijn. Bij sterk ijs loopt hij er heen, hoort het zeggen, en verdrinkt in een geul die plotseling ontstaat.